Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juli 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
De Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank Breda (de SVB), verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Wettelijk kader
inclusieferfpacht voor in totaal € 50.000,00. De koopsom is via verrekening voldaan. Als de koopsom niet door verrekening zou zijn voldaan, maar er in 2016 een koopsom van € 50.000,00 aan eiser zou zijn betaald, dan nog is dat geld inmiddels opgegaan aan de dagelijkse kosten van het bestaan. Op het moment van de aanvragen hier in geding hadden eiser en zijn echtgenote voldoende ingeteerd op het vermogen om in aanmerking te komen voor een AIO-aanvulling. Subsidiair, uitgaande van de datum van passeren van de akte op 3 januari 2018, hadden eiser vanaf 2 februari 2020 na intering recht op een AIO-aanvulling.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- draagt de SVB op nieuwe besluiten te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt de SVB op het betaalde griffierecht van € 96,00 aan eiser te vergoeden.