In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Küçükünal, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Eiseres had beroep ingesteld tegen de opschorting en intrekking van haar bijstandsuitkering, die was gebaseerd op het niet verstrekken van haar TC-Kimliknummer. Het college had in eerdere besluiten, gedateerd 27 augustus 2019 en 30 september 2019, het recht op bijstand opgeschort en later ingetrokken, omdat eiseres niet had voldaan aan de verzoeken om haar Turkse identiteitsnummer te overleggen. Eiseres voerde aan dat zij niet over dit nummer beschikte en dat het verzoek om dit nummer onbillijk was, gezien haar langdurige verblijf in Nederland en het feit dat zij geen gebruik maakte van haar Turkse nationaliteit.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat het college op basis van een anonieme tip en de resultaten van een onderzoek door het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF) gerechtvaardigd was om onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van de bijstandsuitkering. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde medewerking van eiseres om haar TC-Kimliknummer te verstrekken, onderdeel was van haar inlichtingenverplichting en medewerkingsplicht op grond van de Participatiewet. Eiseres had onvoldoende inspanningen geleverd om het nummer te verkrijgen en de rechtbank concludeerde dat het college de uitkering terecht had opgeschort en ingetrokken.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.