ECLI:NL:RBZWB:2021:3431

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juli 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
BRE-21_1003
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens betalingsonmacht griffierecht

Op 7 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een beroep wegens betalingsonmacht van het griffierecht. De belanghebbende, A. de Bruyn, had een beroepschrift ingediend tegen een aanslag reclamebelasting, maar stelde niet in staat te zijn het verschuldigde griffierecht van € 49,00 te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld om zijn beroep op betalingsonmacht te onderbouwen, maar hierop niet heeft gereageerd. De griffier heeft de belanghebbende schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en de consequenties van niet-betaling, waaronder de mogelijkheid van niet-ontvankelijkverklaring. Ondanks dat de griffier de belanghebbende op de hoogte heeft gesteld, is het griffierecht niet ontvangen, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 21/1003
uitspraak van 7 juli 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
A. de Bruyn,die heeft gesteld het beroepschrift te hebben ingediend namens,
[belanghebbende], wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant,
de heffingsambtenaar.

1.Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de aanslag reclamebelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] . Hiervoor is belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 49,00.
Belanghebbende heeft in het beroepschrift gemeld niet in staat te zijn het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht. Belanghebbende is in de gelegenheid gesteld om het beroep op betalingsonmacht te onderbouwen. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft hierop niet gereageerd. De griffier heeft vervolgens het beroep op betalingsonmacht afgewezen.
De griffier heeft belanghebbende schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en dit herhaald in een aangetekende brief van 30 april 2021. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgehaald op een afhaallocatie van PostNL.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 7 juli 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.