ECLI:NL:RBZWB:2021:3429
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens niet-betaald griffierecht
Op 7 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende een beroepschrift had ingediend tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De zaak betreft het niet betalen van het griffierecht van € 48,00, dat verschuldigd was voor de behandeling van het beroep. De griffier had belanghebbende schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en had in een aangetekende brief van 8 april 2021 gewezen op de mogelijkheid van niet-ontvankelijkverklaring indien het griffierecht niet tijdig zou worden betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is ontvangen, ondanks dat de aangetekende brief volgens Track&Trace was afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.