ECLI:NL:RBZWB:2021:3424
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de fiscale bestuursrechter in geschil over verrekening van dwangsomvergoeding
Op 9 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende een beroepschrift had ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de ontvanger van de Belastingdienst. De zaak betreft de verrekening van een bedrag van € 462 van de aanslag dwangsomvergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij niet bevoegd is om een inhoudelijke beoordeling te geven over de beslissing van de ontvanger op grond van de Invorderingswet 1990. De rechtbank legt uit dat er voor bepaalde besluiten uitzonderingen zijn, maar dat de beslissing tot verrekening van bedragen daar niet onder valt. Hierdoor kan er geen beroep bij de fiscale bestuursrechter worden ingesteld, en is het ook niet mogelijk om bezwaar te maken. De rechtbank wijst erop dat geschillen over verrekening van bedragen voorgelegd moeten worden aan de civiele rechter.
Daarnaast heeft belanghebbende in zijn beroepschrift de stelling ingenomen dat de ontvanger geen (juiste) uitvoering geeft aan een eerdere uitspraak. Ook hierover kan de fiscale bestuursrechter niet oordelen, en dit geschil moet eveneens aan de civiele rechter worden voorgelegd. De rechtbank verklaart zich derhalve onbevoegd en draagt de griffier op het door belanghebbende betaalde griffierecht terug te betalen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.