Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 oktober 2020
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende akte uitlating producties en akte overlegging producties in conventie en in reconventie (met producties 28 t/m 37)
- de akte overlegging producties van [gedaagde] (met productie 110)
- de akte overlegging productie 41 in conventie en in reconventie van [eiser]
- de akte overlegging producties van [gedaagde] (met productie 111)
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 februari 2021
- de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde spreekaantekeningen van beide partijen.
2.De feiten
- [gedaagde] een hogere bezettingsgraad van de accommodaties op de hiervoor vermelde resorts ambieert;
- Zowel [eiser] als [gedaagde] het realiseren van groei ambiëren;
- Partijen met het oog op deze ambities met elkaar willen samenwerken, waarbij [eiser] als commissionair op haar naam en voor rekening en risico van [gedaagde], de accommodaties op de hiervoor vermelde resorts van [gedaagde] en op toekomstig door [gedaagde] te realiseren resorts voor recreatieve doeleinden aan derden verhuurt.
- Deze verhuur exclusief aan [eiser] wordt opgedragen, met dien verstande dat [gedaagde] gerechtigd is ook zelf de verhuur te realiseren;
- [eiser] voor de uitvoering van de aan haar opgedragen verhuur derden kan inschakelen (…)
- het opnemen van Accommodaties in het totale aanbod van [eiser] op de website www.[eiser].nl/be/de/fr en op de website www.roompotbusiness.nl;
- E-mail marketing;
- SEA/SEO;
- Bannering;
- Affillate;
- Review Marketing;
- Inzet van haar netwerk van samenwerkingspartners.
Indien één der partijen in verzuim treedt om geheel of gedeeltelijk en/of tijdig haar verplichtingen uit deze overeenkomst jegens de andere partij na te komen.
- i)
- ii)
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat [gedaagde] jegens [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de commissionairsovereenkomst c.a. en uit dien hoofde schadeplichtig is jegens [eiser];
- primair: [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.913.206,98, te verminderen met de door [eiser] na 12 juni 2020 ten behoeve van [gedaagde] van derden ontvangen betalingen en te vermeerderen met de door [eiser] ten behoeve van [gedaagde] te verrichten betalingen, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke kosten;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
- € 2.974.777,00 aan huursommen, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
- alle na 25 augustus 2020 door [eiser] ontvangen en nog te ontvangen huursommen die toekomen aan [gedaagde];
- € 1.337.944,00 aan commissie c.q. loon, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
- € 50.000,00 aan verbeurde boete, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
- de door [gedaagde] geleden en nog te lijden schade als gevolg van de tekortkoming in de nakoming aan de zijde van [eiser] van haar verplichtingen uit de commissionairsovereenkomst, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- € 5.020,33 voor de gemaakte beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- € 6.775,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- de proceskosten.
4.De beoordeling
- [eiser] heeft nagelaten om op verzoek van [gedaagde] samenwerkingen op te zetten met touroperators en andere partijen.
- [eiser] heeft, ondanks verzoeken daartoe van [gedaagde], nagelaten om de Duitse markt aan te boren en samenwerkingen aan te gaan voor de Duitse markt.
- [eiser] heeft de [gedaagde]-parken achtergesteld ten opzichte van de [eiser]-parken door niet dezelfde acties op te zetten voor [gedaagde]-parken als voor [eiser]-parken en niet dezelfde samenwerkingen aan te gaan.
- [eiser] heeft onvoldoende huuromzet behaald.
- [eiser] heeft sinds (de maatregelen rond) Covid-19 op het internet onvoldoende marketinginspanningen verricht ten behoeve van [gedaagde]-parken en heeft geen alternatieve voorstellen gedaan om de boekingsgraad te verbeteren.
- [eiser] heeft geen melding gemaakt van haar tegenstrijdige belangen. Zij heeft getracht om eerst boekingen te genereren voor de eigen [eiser]-parken. Daarmee heeft [eiser] niet voldaan aan haar mededelingsplicht op grond van artikel 7:418 lid 1 BW.
- [eiser] heeft [gedaagde] naar aanleiding van het verzoek van [gedaagde] bij brief van 20 mei 2020 niet geïnformeerd over de wijze waarop [eiser] de belangen van [gedaagde] behartigt in verhouding tot de wijze waarop zij de belangen van de [eiser] groep behartigt en heeft daarmee niet voldaan aan de informatieplicht op grond van artikel 7:403 lid 2 BW.
- [eiser] heeft de in de garantieovereenkomst opgenomen huurgarantie in twijfel getrokken en heeft op verzoek van [gedaagde] niet bevestigd dat [eiser] de huurgarantie zou respecteren.
- [eiser] heeft nagelaten een samenwerking met [naam aanbieder] aan te gaan. [eiser] had het aanbod dat zij had gekregen van [naam aanbieder] direct met [gedaagde] moeten delen om zo in overleg met [gedaagde] te bezien of er een samenwerking met [naam aanbieder] tot stand kon worden gebracht.
- [eiser] heeft [gedaagde] geen akkoord gegeven voor de samenwerking met [naam aanbieder] en heeft getracht de promotieactie met [naam aanbieder] tegen te houden.
€ 100.000,00, een boete van € 20.000,00 verschuldigd aan [eiser].