Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 29 juni 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , wonende te [plaatsnaam] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
ZW-uitkering, omdat zij arbeidsongeschikt was vanwege gezondheidsklachten.
ZW-uitkering aan te leveren vanwege de benadelingshandeling die eiseres heeft verricht door het sluiten van een VSO tijdens ziekte. Hierop heeft het UWV bij besluit van
10 september 2019 (primair besluit) geweigerd aan eiseres met ingang van 11 december 2018 een ZW-uitkering toe te kennen in verband met het prijsgeven van haar aanspraken op loon door een benadelingshandeling.
Omvang geschil
Wettelijk kader
Arbeidsmaatstaf
Medische beoordeling
1 november 2019, waarbij psychisch onderzoek is verricht, en heeft het dossier bestudeerd. De verzekeringsarts rapporteert op 4 november 2019 als volgt. De diagnose van eiseres is depressieve episode. In 2019 heeft eiseres zich op advies met terugwerkende kracht per
11 december 2018 ziek gemeld. Eiseres was ziek door een ribfractuur sinds november 2018. Hierna speelde er ook psychische klachten, die actueel zijn. De anamnese, het dagverhaal en de bevindingen zijn consistent met depressieve klachten. De slaapstoornissen en vermoeidheid passen bij dit beeld. Het herstelgedrag is adequaat. De psychologische behandeling is recent gestart. Er is geen reden om aan te nemen dat sprake is van geen benutbare mogelijkheden of volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden. Eiseres is aangewezen op een werksituatie zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen, zonder veelvuldige deadlines, zonder hoog handelingstempo en zonder beroepsmatig autorijden. Eiseres is beperkt voor conflicthantering, leidinggevende taken en zwaar fysiek werk. Er geldt een urenbeperking tot 6 uur per dag, een beperking voor ’s nachts werken en een beperking voor onregelmatigheid op medische gronden vanwege energetische redenen. Eiseres heeft op de datum in geding verminderde benutbare mogelijkheden. De verwachting is dat de belastbaarheid op de langere termijn nog aanzienlijk zal verbeteren.
15 april 2020 en heeft het dossier bestudeerd. De verzekeringsarts b&b rapporteert op
15 april 2020 als volgt. De weigering van de ZW-uitkering wordt gevolgd. Er is sprake van een ziektebeeld gekenmerkt door psychische kwetsbaarheid, een ribfractuur en een trauma van de rug. De ribfractuur heelde, maar de rugklachten bleven en de psychische klachten namen progressief toe. Hierdoor is de stelling van eiseres dat zij arbeidsgeschikt zou zijn geweest ten tijde van het tekenen van de VSO niet overtuigend. De stelling dat eiseres zou hebben gewacht met het tekenen van de VSO tot ze beter was, overtuigt niet. Het moment van tekenen lijkt ingegeven door het feit dat alle vakantiedagen eind januari waren opgenomen. Eiseres had destijds haar medische situatie en de psychische belastende arbeidsverhoudingen kunnen uitleggen bij haar bedrijfsarts. Eiseres koos er echter voor zich hersteld te melden, vervolgens haar vakantiedagen op te nemen en een VSO te tekenen. Haar keuze is verzekeringstechnisch verwijtbaar, omdat ze als werknemer ontslag heeft genomen, terwijl zij ziek was en recht had op doorbetaling van loon. Eiseres was op
17 december 2018 arbeidsongeschikt, ononderbroken tot na het tekenen van de VSO. Hierdoor is er sprake van een benadelingshandeling.
14 februari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:436).
Conclusie
Beslissing
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 29 juni 2021en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.