ECLI:NL:RBZWB:2021:3233

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 juni 2021
Publicatiedatum
25 juni 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 10418
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting

Op 25 juni 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, wonende te [woonplaats], had een beroepschrift ingediend tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. In deze procedure was belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 48,00. De griffier heeft belanghebbende hierover schriftelijk geïnformeerd en in een aangetekende brief van 14 april 2021 gewezen op de verplichting om het griffierecht binnen vier weken over te maken. De brief is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A.M. van Meer, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 20/10418
uitspraak van 25 juni 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende], wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg,
de heffingsambtenaar.

1.Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] . Hiervoor is belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 48,00. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 14 april 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A.M. van Meer, griffier, op 25 juni 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.