6.3.Eisers stellen zich op het standpunt dat hetgeen zij hebben verklaard niet juist is opgenomen in de formulieren Onderzoek DGL dan wel de verklaringen vergroot zijn in de handhavingsrapportages en het bestreden besluit. Eisers erkennen dat zij hun verklaringen hebben ondertekend, maar geven aan dat zij onvoldoende tijd hebben gehad om hun verklaringen rustig door te lezen. Zij voelden tijdsdruk en vonden het lastig om hun verklaringen op een laptop na te moeten lezen.
De rechtbank stelt vast dat in de handhavingsrapportages is vermeld dat de beide huisbezoeken 30 minuten hebben geduurd. Gelet echter op de aansluitende tijdstippen van de huisbezoeken op de beide adressen, zal er in de praktijk maar 20 minuten beschikbaar zijn geweest om het vragenformulier in te vullen, na te lezen en te ondertekenen. Mede gegeven de hoeveelheid vragen, is het dan ook voorstelbaar dat eisers tijdsdruk hebben gevoeld bij het geven van de antwoorden, het teruglezen van hun verklaringen op een laptop en de ondertekening. Daarmee is niet uit te sluiten dat antwoorden feitelijk niet geheel juist, te summier of niet in de goede context zijn genoteerd. De Svb heeft hier onvoldoende rekening mee gehouden.
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek van de Svb onvoldoende uitgebreid is geweest en dat tijdens de huisbezoeken onvoldoende is doorgevraagd naar de aard en frequentie van de contacten van eisers met elkaar, terwijl niet is gevraagd naar het afzonderlijk eigen leven.
Zo is bijvoorbeeld onduidelijk gebleven of eisers, die elkaars huissleutel hebben, deze daadwerkelijk gebruiken en met welke doeleinden. In beroep hebben eisers gesteld dat eiser pas een sleutel van eiseres heeft gekregen toen bij een noodsituatie bleek dat hulpverlening niet naar binnen kon, maar dat zij alle jaren nog nooit van de sleutels gebruik hebben gemaakt.
Ook is onduidelijk gebleven of en zo ja, hoe vaak eisers bij ziekte voor elkaar zorgen. Eisers hebben afzonderlijk van elkaar enkel verklaard dat eiseres in 2008/2009 ernstig ziek is geweest en dat eiser in die periode haar een aantal keren naar het ziekenhuis heeft gebracht en (volgens eiseres) af en toe een boodschap voor haar heeft gedaan. Eisers ontkennen echter beiden stellig dat zij daarvoor of sinds die ene periode voor elkaar hebben gezorgd. De Svb heeft ook op dit punt niet doorgevraagd, terwijl wel in algemene zin in het bestreden besluit is vermeld dat er zorg verleend wordt voor elkaar.
Voorts is niet gevraagd naar activiteiten die eisers ieder apart ondernemen. Eisers hebben hier ter zitting een beeld van geschetst. Om een beeld van het “afzonderlijk eigen leven” te hebben, dient naar het oordeel van de rechtbank ook hiernaar te worden gevraagd.
Op het vlak van financiële verstrengeling is geen sprake van gezamenlijk bezit.
Volgens het formulier Onderzoek DGL van eiser is er wel een machtiging van eiser op de bankrekening van eiseres. Eisers hebben echter gesteld dat dat niet juist is en dat eiser heeft geaarzeld bij die vraag maar dat door de medewerker toch ‘ja’ is ingevuld. In beroep hebben eisers ter onderbouwing van hun stelling verklaringen van de bank overgelegd waaruit blijkt dat er op de rekening van eiseres geen machtiging is en dat op de rekening van eiser sinds 18 mei 2016 geen machtiging van eiseres meer bestaat. Zij stellen voorts dat er van enige machtiging in de periode van 22 jaar dat men apart leeft, nooit gebruik is gemaakt van een machtiging.
Het benoemen van elkaar als erfgenaam kan een aanwijzing voor financiële verstrengeling zijn. Op basis van de verklaring dat eisers elkaar in het testament hebben vernoemd, is de Svb er kennelijk van uitgegaan dat eisers elkaar in hun testament als erfgenaam hebben benoemd. In beroep hebben eisers echter nader toegelicht dat zij door het opmaken van een testament juist hebben willen voorkomen dat zij elkaars erfgenaam waren, mede gelet op het feit dat eiser twee kinderen heeft. Nu de Svb op dit punt niet heeft doorgevraagd en/of de testamenten niet heeft opgevraagd is dat aspect onvoldoende duidelijk gebleven en is het onderzoek ook op dit punt onvoldoende geweest.
Erkend wordt dat eiser nagenoeg elke woensdagavond bij eiseres eet en dat zij elkaar voorts af en toe zien of tegenkomen, maar de rechtbank vindt dat, in onderlinge samenhang bezien met de overige bevindingen en gelet op de gebreken in het onderzoek, onvoldoende voor de conclusie dat geen sprake is van duurzaam gescheiden levende echtgenoten.
Op grond van het voorgaande heeft de Svb de bestreden besluiten onvoldoende gemotiveerd.
De beroepen zijn daarom gegrond en de rechtbank vernietigt de bestreden besluiten. De Svb zal nieuwe besluiten op het bezwaar moeten nemen, rekening houdend met deze uitspraak.
7. Omdat de rechtbank de beroepen gegrond verklaart, moet de Svb aan eisers het door hen betaalde griffierecht vergoeden.
8. De rechtbank veroordeelt de Svb in de door eisers gemaakte proceskosten. De proceskosten worden berekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. De Svb wordt veroordeeld om de kosten van rechtsbijstand in deze samenhangende zaken te vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 1.068,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van
€ 534,00 en een wegingsfactor 1).