In deze zaak hebben eiseressen, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, waarin vier handhavingsverzoeken van eiseressen zijn afgewezen. De handhavingsverzoeken betroffen het gebruik van woningen voor recreatief nachtverblijf, wat volgens eiseressen in strijd was met het bestemmingsplan. Het college heeft de verzoeken afgewezen op grond van het feit dat eiseressen niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt, omdat zij geen voldoende objectief en actueel belang hadden bij de handhavingsbesluiten. De rechtbank heeft op 21 juni 2021 uitspraak gedaan en geoordeeld dat het college ten onrechte de bezwaren van eiseressen ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de bezwaren van eiseressen niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseressen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.