Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2021 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaatsnaam], eiseres
Procesverloop
(bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Overwegingen
Omvang geschil
Wettelijk kader
- zij heeft door ziekte of gebrek dusdanige beperkingen dat zij niet in staat is om het wettelijk minimumloon te kunnen verdienen;
- de beperkingen duren vanaf het moment van beoordeling nog minimaal 6 maanden voort;
- er is geen vorm van ondersteuning (begeleiding of een voorziening) mogelijk waardoor zij alsnog het wettelijk minimumloon kan verdienen.
Medische beoordeling
.Eiseres kan geen 60 minuten achtereen zitten. Er dient een urenbeperking te worden aangenomen vanwege de lichamelijke en psychische klachten en de behandelingen. Eiseres verzoekt de rechtbank een deskundige te benoemen, omdat zij daar zelf de financiële middelen niet voor heeft. Zij heeft haar beroep aangevuld met haar medisch dossier van het Amphia Ziekenhuis, stukken van GGZ Breburg en een rapport van 19 oktober 2020 van de door haar ingeschakelde medisch adviseur [medisch adviseur].
per uurin kaart gebracht. Dit betekent dat het zitten dagelijks tijdens zes werkuren ieder uur viermaal onderbroken wordt door lopen en viermaal door staan. Daarmee is geen sprake van zeer langdurig achtereen zitten. Daarnaast komt dagelijks zitten tijdens twee werkuren voor gedurende 60 minuten achtereen. (vervangende) Verzekeringsarts b&b Lemmers heeft, zoals weergegeven in de rapportage van 11 december 2019, aangegeven dat dit is te vergen omdat 60 minuten achtereen zitten niet als zeer langdurig achtereen zitten wordt beschouwd. Al met al heeft te gelden dat zitten in voldoende mate wordt afgewisseld met lopen en staan. Dat houdt tevens in dat er geen productieverlies optreedt doordat eiseres méér dan in de functie voorkomt het werk zou moeten onderbreken om te staan of te lopen.