ECLI:NL:RBZWB:2021:2998
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 15 juni 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. A. Bennenbroek, een beroepschrift had ingediend tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2015 en 2016. De aanslagen waren genummerd H.56.01 en H.66.01. Belanghebbende was griffierecht verschuldigd van € 49,00, waarvoor hij schriftelijk was geïnformeerd door de griffier. Ondanks een aangetekende brief van 8 april 2021, waarin belanghebbende werd gewezen op de verplichting om het griffierecht te betalen, is het griffierecht niet ontvangen door de rechtbank. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.