Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek tot herziening van een eerdere onherroepelijke uitspraak. Het verzoek is ingediend door de belanghebbende, die woonachtig is in [woonplaats]. De rechtbank heeft op 4 mei 2021 een zitting gehouden, maar zowel de belanghebbende als de inspecteur zijn niet verschenen. De belanghebbende verzocht om herziening van de uitspraak van 2 september 2020, waarin werd geoordeeld dat hij geen recht had op aftrek van onderhoudsverplichtingen aan zijn ex-partner en specifieke zorgkosten voor de jaren 2015 en 2016. De rechtbank heeft het verzoek om herziening afgewezen, omdat de belanghebbende niet kon aantonen dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet kon dienen om processuele misslagen te herstellen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.