ECLI:NL:RBZWB:2021:2814
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van Tozo-uitkering door de Bevelanden
Op 3 juni 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, vertegenwoordigd door mr. C.S. Nguyen, en het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden. De zaak betreft de intrekking van de Tozo-uitkering, die eerder was toegekend aan eisers voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. De Bevelanden heeft de uitkering ingetrokken en teruggevorderd omdat eisers niet duidelijk hadden gemaakt dat zij maandelijkse inkomsten uit een persoonsgebonden budget (pgb) ontvingen, waardoor hun inkomen boven de inkomensgrens lag.
Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 4 mei 2021 hebben eisers aangevoerd dat zij in de aanvraag expliciet hadden vermeld dat zij niet aan de voorwaarden voldeden bij het hanteren van een financieel inkomensbegrip. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres als zelfstandig ondernemer wordt aangemerkt en dat het pgb als inkomen moet worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de Bevelanden terecht de Tozo heeft ingetrokken, omdat eisers niet voldeden aan de voorwaarden voor de uitkering.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 juni 2021 en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.