ECLI:NL:RBZWB:2021:2813
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op basis van zorgbehoefte en reformatio in peius
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juni 2021, betreft het een beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor dubbele kinderbijslag voor haar minderjarige zoon, die bekend is met een verstandelijke beperking en gedragsstoornis. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag in een eerder besluit van 16 december 2019 afgewezen, en dit besluit werd in een bestreden besluit van 20 april 2020 gehandhaafd. Eiseres stelde dat de afwijzing onterecht was, omdat haar zoon volgens haar wel voldeed aan de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag, en dat er sprake was van strijd met het verbod op reformatio in peius, omdat haar rechtspositie verslechterde door het indienen van bezwaar.
De rechtbank overwoog dat de Svb op goede gronden het advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had gevolgd, dat de zorgbehoefte van de zoon van eiseres op dat moment niet voldeed aan de vereiste score voor dubbele kinderbijslag. De rechtbank concludeerde dat er geen schending was van het verbod op reformatio in peius, omdat de heroverweging van het besluit niet leidde tot een slechtere positie voor eiseres. De rechtbank oordeelde dat de Svb de aanvraag terecht had afgewezen, omdat de zorgscore van de zoon van eiseres niet voldeed aan de vereiste criteria voor dubbele kinderbijslag. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.