Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Motivering
- het jaar 2012 (zaaknummer 17/2735);
- het jaar 2013 (zaaknummer 17/2736);
- het jaar 2014 (zaaknummer 17/2737).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van teruggaafverzoeken van dividendbelasting door een buitenlandse beleggingsinstelling. De belanghebbende, gevestigd in Duitsland, had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de inspecteur van de Belastingdienst die de verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2012, 2013 en 2014 had afgewezen. De rechtbank heeft de zaken aangehouden in afwachting van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, maar heeft uiteindelijk geoordeeld dat de inspecteur terecht de verzoeken heeft afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het vrije verkeer van kapitaal niet wordt belemmerd door het feit dat buitenlandse beleggingsinstellingen niet inhoudingsplichtig zijn voor de dividendbelasting in Nederland en daarom niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op basis van de regeling van de afdrachtvermindering. De rechtbank verklaarde de beroepen kennelijk ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.