Op 7 mei 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een tussenbeschikking gegeven in de zaken van een minderjarige, die onder toezicht is gesteld van Stichting Intervence. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige verlengd, na een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om de minderjarige uit huis te plaatsen. De minderjarige, geboren in 2007, heeft zorgwekkend gedrag vertoond, waaronder automutilatie en suïcidegedachten. De kinderrechter heeft de GI verzocht om binnen vier weken een update te geven over de situatie van de minderjarige en de mogelijkheden voor terugplaatsing bij de moeder. De moeder heeft aangegeven dat zij de minderjarige rust en regelmaat kan bieden, maar er zijn zorgen over haar opvoedcapaciteiten en de opvoedsituatie. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is om een passende plek voor de minderjarige te vinden en dat er gewerkt moet worden aan de omgang met de moeder. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een vervolgzitting gepland op 4 juni 2021.