ECLI:NL:RBZWB:2021:2167
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen WGA-loonaanvullingsuitkering
Op 29 april 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.E. Stam, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 12 augustus 2020, waarin haar bezwaar tegen een eerder besluit van 16 juni 2020 niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit eerdere besluit betrof de toekenning van een WGA-loonaanvullingsuitkering met ingang van 14 juli 2020. Tijdens de zitting op 30 maart 2021 is eiseres niet verschenen, terwijl het UWV wel vertegenwoordigd was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres ten tijde van haar bezwaar al het maximaal haalbare resultaat had bereikt, namelijk een WGA-loonaanvullingsuitkering van 80 tot 100%. De rechtbank oordeelt dat er geen procesbelang meer is, omdat eiseres met haar bezwaar geen ander resultaat kan behalen dan wat al was toegekend. De rechtbank verwijst naar vaste rechtspraak, waarin is bepaald dat alleen een reëel procesbelang voldoende is voor ontvankelijkheid van een bezwaar. Eiseres kan in de toekomst opnieuw bezwaar maken tegen een herbeoordeling van haar arbeidsongeschiktheid, maar dat vormt geen basis voor het huidige beroep.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.