Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 januari 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) over de herziening van studiefinanciering. Eiser ontving een uitwonendenbeurs, maar DUO heeft deze herzien op basis van bevindingen uit een onderzoek naar de feitelijke woonsituatie van eiser. DUO concludeerde dat eiser niet op het adres stond ingeschreven in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) en vorderde een bedrag van € 3.164,91 terug. Eiser heeft tegen het besluit van DUO beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was. De rechtbank stelde vast dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd dat hij daadwerkelijk op het BRP-adres woonde. De rechtbank volgde de argumenten van DUO en concludeerde dat de herziening van de studiefinanciering op goede gronden was uitgevoerd. Eiser had niet aangetoond dat hij zijn hoofdverblijf op het BRP-adres had, en de rechtbank oordeelde dat de terugvordering van de te veel ontvangen studiefinanciering gerechtvaardigd was. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.