5.2Toevoegen van vier woningen
Verzoekers hebben daarnaast aangevoerd dat er sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening, omdat het toevoegen van in totaal vier woningen niet past in het beleid. Verzoekers hebben daarbij gewezen op de Woonvisie 2018-2027 van de gemeente Schouwen-Duiveland (de Woonvisie).
Van de aanvraag voor de omgevingsvergunning maakt een ruimtelijke onderbouwing onderdeel uit. Daarin is opgemerkt dat het conform het bestemmingsplan ter plaatse bouwen van twee aaneengesloten woningen in de koopsector niet aansluit bij de woningbehoefte en
vraag in [plaats percelen]. Gelet op de ligging dichtbij het centrum van [plaats percelen], is de locatie bij uitstek geschikt voor jonge economisch gebonden starters op de woningmarkt. Er wordt daarom ingezet op de bouw van kleine appartementen in de huursector voor starters met een inkomen onder de sociale huurgrens.
In het bestreden besluit heeft het college zich op het standpunt gesteld dat de realisatie van zes appartementen voor sociale verhuur in het licht van het woonbeleid een passende en gewenste ontwikkeling is. Er is sprake van een toename in de vraag naar appartementen, terwijl het aanbod van goedkopere huurwoningen laag is. Het plan speelt daarop in. Het plan voorziet in appartementen geschikt voor 1- en 2-persoonshuishoudens. Ten minste drie van de appartementen zijn daarnaast levensloopbestendig, zodat daarmee ook de leeftijdsgroep van 55+ kan worden bediend.
Het feit dat het college in het bestreden besluit in aanvulling op de aanvraag ook de doelgroep van 55+ in aanmerking heeft genomen, betekent anders dan verzoekers hebben aangevoerd niet dat het bestreden besluit daarom per definitie geen stand zou kunnen houden. Bepalend is niet welke doelgroep feitelijk gebruik zal gaan maken van de woningen. Dat laat onverlet dat als het college een omgevingsvergunning wil verlenen, er in het licht van de goede ruimtelijke ordening wel moet zijn gebleken dat er behoefte bestaat aan appartementen voor sociale verhuur. De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat de omstandigheid dat er een actuele vraag is naar deze nieuwbouwappartementen, moet worden onderscheiden van de vraag of er een additionele woningvraag is, bovenop de bestaande woningvoorraad.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is onvoldoende gebleken van een aanvullende behoefte aan 1 of 2-persoonsappartementen voor sociale verhuur.
De voorzieningenrechter neemt daarbij de Woonvisie in aanmerking. Daaruit volgt
-samengevat- dat de krimp van de bevolking op Schouwen-Duiveland doorzet. Het aantal huishoudens neemt nog wel een aantal jaar toe. Maar op de langere termijn (rond 2025) zal het aantal huishoudens stagneren en uiteindelijk afnemen. Daarnaast neemt het aantal ouderen verder toe, terwijl het aantal jongeren daalt.
In de Woonvisie is onder kwantitatieve ambities omschreven dat er volgens de prognose gedurende 10 jaar een groei is met ongeveer 245 huishoudens. Daarna slaat de huishoudensgroei om in huishoudensafname. In de Woonvisie is geconstateerd dat er in de groeikernen ([namen groeikernen]) de meeste potentie is om de uitbreidingsvraag te hosten (480 huishoudens). Daar tegenover staat een (extra) afname van het aantal huishoudens in de overige kernen met op termijn negatieve effecten op de woningmarkt en een sloopopgave (235 woningen) in deze kernen
.
In de Woonvisie is bij kwalitatieve ambities omschreven dat uitbreiding van de woningvoorraad alleen gewenst is in de groeikernen. [plaats percelen] is geen groeikern, maar een balanskern. In de balanskernen is voor de komende tien jaar een stagnatie van de groei of lichte afname van de woningvraag te verwachten. De huishoudensontwikkeling is te verwaarlozen. In de bestaande voorraad zou de focus daarom op instandhouding moeten liggen. In de balanskernen zijn er in principe geen tot weinig toevoegingen. In deze kernen wordt volgens de Woonvisie ingespeeld op de kwalitatieve behoefte door sloop of wegbestemmen van incourante woningen en nieuwbouw van gewenste woningen. Er wordt in principe alleen nieuwbouw gerealiseerd door sloop of wegbestemmen van een woontitel elders
.Dit vraagt wel om een strategie en beleid gericht op het voorkomen van problemen in de kernen. Om die reden kan alleen sprake zijn van een tijdelijke toevoeging van extra woningen. Een beperkte specifieke kwalitatieve opgave op structuurversterkende plekken, kan leiden tot het tijdelijk toevoegen van extra woningen. Kwalitatief toevoegen is daarbij omschreven als de juiste woning voor de doelgroep in het juiste segment.
Verder is bij de kwalitatieve ambities omschreven dat in de bestaande voorraad wordt ingespeeld op de kwalitatieve behoefte van alle doelgroepen en dat met name aanvullende nieuwbouw voor de doelgroep 1- en 2-persoonshuishoudens van 55+ wordt gerealiseerd. Dat betekent het bouwen van appartementen/grondgebonden nultredewoningen.
In het kwantitatieve kader voor de eigen behoefte is ten aanzien van het in Renesse heersende woonmilieu “Wonen aan de kust” opgemerkt dat kernen in dit woonmilieu relatief het meest vergrijzen. In dit woonmilieu ligt het accent op de doelgroep 1- en 2-persoonshuishoudens (ouderen en alleenstaanden) en levensloopgeschikt bouwen. In dit woonmilieu is vooral behoefte aan appartementen/nultrede woningen in de middeldure huur (€ 600,- tot € 850,-) en betaalbare koopwoningen tot € 200.000,-. Als kwalitatief beleidsaccent is onder meer genoemd het realiseren van levensloopgeschikte woningen waarbij de voordeur zonder traplopen te bereiken is en het vergroten van het aandeel middeldure huurwoningen. Ten aanzien van sociale huurwoningen is opgemerkt dat er ongeveer 4.200 sociale huurwoningen zijn en rond de 3.200 huishoudens die een beroep doen op de sociale huursector, zodat ongeveer 1.000 woningen van corporaties flexibel in te zetten zijn. Deze 1.000 woningen kunnen aan de voorraad worden onttrokken, bijvoorbeeld door sloop, maar ze kunnen -mits de kwaliteit dat toelaat- ook duurder worden gemaakt zodat ze in het dure huursegment vallen.
Uit het voorgaande volgt dat in [plaats percelen] volgens de Woonvisie alleen een beperkte specifieke kwalitatieve opgave op structuurversterkende plekken kan leiden tot het tijdelijk toevoegen van extra woningen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is onvoldoende gebleken dat met deze zes appartementen voorzien wordt in een specifieke kwalitatieve opgave. Uit de Woonvisie blijkt immers niet van een tekort aan sociale huurwoningen. Daarnaast is niet gebleken van een toegenomen vraag. Het aantal jongeren in [plaats percelen] neemt de komende jaren af en voor de doelgroep van 1- en 2-persoonshuishoudens van 55+ wordt in de Woonvisie weliswaar gesproken over aanvullende nieuwbouw, maar niet in het segment sociale huur. In die doelgroep is vooral behoefte aan levensloopbestendige woningen in de middeldure huursegment en aan betaalbare koopwoningen.
Ter zitting is namens het college naar voren gebracht dat sprake is van voortschrijdend inzicht en dat de ervaring leert en ook recente cijfers laten zien dat er door vergrijzing een enorme vraag is naar sociale huurwoningen, in het bijzonder woningen met een volledig woonprogramma gelijkvloers. Hoewel er in de gemeente nog wel sociale huurwoningen beschikbaar zijn, zijn die grondgebonden en staan ze niet op de juiste locatie. In [plaats percelen] zelf zijn er amper sociale huurwoningen en nauwelijks in de vorm van appartementen.
De voorzieningenrechter ziet daarin onvoldoende aanleiding om niet langer uit gaan van de Woonvisie. Niet alleen is de Woonvisie betrekkelijk recent vastgesteld (28 juni 2018), maar bovendien heeft het college de stelling dat uit recente cijfers blijkt dat er door vergrijzing een enorme vraag is naar sociale huurwoningen niet met die cijfers onderbouwd. Ook aan de stelling dat de ervaring leert dat er vraag is, kent de voorzieningenrechter niet het gewicht toe dat het college daaraan toekent. Dat er voor de tiny houses nabij [adres percelen] meer aanmeldingen waren dan er huisjes beschikbaar waren, betekent niet dat dat ook geldt voor 1- en 2-persoonsappartementen in het segment sociale huur. Daar komt bij dat de huidige vraag naar woningen niet betekent dat er ook structureel een aanvullende woningbehoefte is, bovenop de bestaande woningvoorraad.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college in het licht van de Woonvisie onvoldoende gemotiveerd dat er een structurele aanvullende behoefte bestaat aan 1- en 2-persoonsappartementen in het segment sociale huur.