ECLI:NL:RBZWB:2020:7016

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2020
Publicatiedatum
19 maart 2021
Zaaknummer
AWB- 19 6157
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen en begeleidingseisen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, geboren in 2000 en bekend met spina bifida en een verstandelijke beperking, en het UWV. Eiser had een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, die door het UWV op 3 april 2019 werd afgewezen. Het UWV stelde dat eiser op de dag dat hij achttien jaar werd, geen duurzaam arbeidsvermogen had. Eiser ging in beroep tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 8 juli 2020 werd de zaak besproken, waarbij eiser, zijn gemachtigde en vertegenwoordigers van het UWV aanwezig waren. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met zes weken verlengd.

De rechtbank heeft de besluitvorming van het UWV beoordeeld en geconcludeerd dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige adequaat hebben vastgesteld dat eiser over arbeidsvermogen beschikt. De rechtbank oordeelde dat eiser in staat is om ten minste een uur aaneengesloten te werken en vier uur per dag belastbaar is, ondanks zijn hoge begeleidingsbehoefte. De rechtbank volgde de conclusie van de arbeidsdeskundige dat eiser een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, specifiek de taak van het verwijderen van randen van rubber, en dat hij over basale werknemersvaardigheden beschikt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de weigering van de Wajong-uitkering door het UWV terecht was.

De rechtbank benadrukte dat de benodigde begeleiding van eiser niet zo intensief is dat deze het productieproces ernstig verstoort. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de communicatieproblemen van eiser voornamelijk voortkomen uit zijn gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal, en niet uit een ziekte of gebrek. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 19/6157 WAJONG

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 september 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,

gemachtigde: mr. M.A.L. Timmermans,
en
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het UWV), verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 3 april 2019 (primaire besluit) heeft het UWV geweigerd aan eiser een uitkering toe te kennen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
In het besluit van 23 oktober 2019 (bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit met een gewijzigde motivering ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 8 juli 2020.
Hierbij waren aanwezig eiser, zijn gemachtigde, zijn begeleidster (en tolk) [naam begeleidster eiser] , en [naam vertegenwoordiger verweerder] namens het UWV.
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van een uitspraak verlengd met zes weken.

Feiten en omstandigheden

1.1
Eiser, geboren op [geboortedatum] 2000, is onder andere bekend met spina bifida, incontinentie en een verstandelijke beperking. Eiser heeft op 2 januari 2019, door het UWV op 4 januari 2019 ontvangen, een aanvraag beoordeling arbeidsvermogen ingediend.
1.2
In het primaire besluit heeft het UWV de aanvraag afgewezen, omdat eiser op de dag dat hij achttien jaar werd weliswaar geen arbeidsvermogen had, maar dit geen duurzame situatie is. In het bestreden besluit is het primaire besluit in stand gelaten. Het UWV heeft hieraan een andere motivering ten grondslag gelegd, namelijk dat eiser wel arbeidsvermogen heeft.

Onderbouwing door het UWV

2.1
De besluitvorming is gebaseerd op rapporten van een arts, een arbeidsdeskundige, een verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) en een arbeidsdeskundige b&b van het UWV.
2.2
De arts heeft eiser gezien en onderzocht op het spreekuur van 18 februari 2019. Ook heeft de arts het dossier en de ontvangen informatie bestudeerd. De arts heeft gerapporteerd dat eiser bekend is met een licht verstandelijke beperking en spina bifida L3-4. Eiser heeft beperkingen op fysiek gebied, namelijk lopen, dragen en zorg dragen voor toiletgang. Verder heeft hij beperkingen op sociaal gebied, namelijk het communiceren/zich uiten in de Nederlandse taal, in groepsverband ondernemen van enkelvoudige en meervoudige taken, en hanteren van conflicten. Ook zijn er beperkingen op mentaal gebied, namelijk het hanteren van stress en (tijds)druk, omgaan met nieuwe dingen, aanleren van nieuwe vaardigheden, en zelfstandig uitvoeren van meervoudige taken. Hij heeft een hogere begeleidingsbehoefte. De arts vindt dat eiser ten minste vier uur per dag belastbaar is. Eiser is in staat om een uur aaneengesloten zelfstandig werkzaamheden te verrichten. Hij kan langer dan een uur een gesprek voeren. Bovendien kan eiser series en programma’s op tv volgen en op de dagbesteding langer dan een uur aaneengesloten taken uitvoeren. Er is daarom op de 18e verjaardag geen sprake van het ontbreken van arbeidsvermogen op medische gronden. Een verzekeringsarts heeft het oordeel van de arts getoetst en akkoord bevonden.
2.3
De verzekeringsarts b&b heeft het dossier bestudeerd en rapporteert dat eiser adequaat beperkt is ten aanzien van de fysieke belastbaarheid. De incontinentieproblemen worden met een goede incontinentieluier adequaat opgevangen en leiden niet tot extra onderbrekingen tijdens het werk. Eiser moet vier keer per dag verschoond worden. Dit kan bijvoorbeeld voor vertrek van huis, in de koffiepauze, in de middagtheepauze en voor het naar bed gaan. Wanneer eiser vier uur werkt op een werkdag kan het verschonen voor en na werktijd plaatsvinden. Eiser kan opdrachten uitvoeren die passen bij zijn licht verstandelijke beperking. Hij heeft moeite met nieuwe dingen leren, heeft extra uitleg en voor- doen en herhaling daarvan nodig. Hiermee is rekening gehouden. Eiser is in staat om nieuwe vaardigheden aan te leren. Er is geen aanleiding om meer beperkingen aan te nemen ten aanzien van het onthouden van instructies of het aanleren van nieuwe vaardigheden. Eiser heeft aansturing nodig om met iets te starten of om te lopen, maar geen dusdanig intensieve aansturing dat die bij passend werk het productieproces ernstig verstoort. Eiser heeft moeite met het omgaan met nieuwe dingen. Hij heeft bij het aanleren en uitvoeren van een taak of functie, op communicatief vlak en/of bij eventuele belemmeringen door de omgeving, onrust, spanningen en stress een begeleider op de werkvloer nodig die bij problemen toegankelijk is. In de aanvang van het werk zal hij meer begeleiding nodig hebben. De verzekeringsarts b&b concludeert dat de arts de beperkingen adequaat heeft beschreven. Eiser is in staat om een uur aaneengesloten en vier uur per dag te werken in passend werk.
2.4
De arbeidsdeskundige heeft het dossier bestudeerd en eiser gezien op 24 januari 2019. De arbeidsdeskundige vindt dat eiser op grond van zijn beperkte mentale vermogens en/of ontwikkelingsachterstand nu niet over basale werknemersvaardigheden beschikt en dat het niet duidelijk is of hij die kan ontwikkelen. Eiser woont sinds 2015 in Nederland en is onvoldoende bekend met de taal. Het zal moeten blijken of hij op termijn zelfstandig op tijd kan komen en instructies met betrekking tot taakuitoefening kan uitvoeren. Eiser moet meer Nederlands gaan praten. Hij beschikt volgens de arbeidsdeskundige op dit moment niet over arbeidsvermogen, maar niet kan worden vastgesteld dat dit een duurzame situatie is.
2.5
De arbeidsdeskundige b&b heeft het dossier bestudeerd, eiser gezien tijdens de hoorzitting en overlegd met de verzekeringsarts b&b. De arbeidsdeskundige b&b rapporteert dat eiser een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie. De arbeidsdeskundige b&b wijkt hiermee af van het oordeel van de arbeidsdeskundige. Eisers fysieke en mentale beperkingen zijn niet zodanig dat hij daarmee niets meer kan. Uit wat hij in relatief korte tijd in Nederland op school heeft geleerd, blijkt dat hij leervermogen heeft. Eiser kan zittend werk doen waarbij hij niet te veel transfers hoeft te maken. Op de werkvloer moet er iemand zijn die hem kan begeleiden en ondersteunen bij de werkzaamheden en aan wie hij vragen kan stellen. Het werk moet eenvoudig zijn en moet met weinig instructie kunnen worden uitgevoerd. Voor- en nadoen is een methodiek waarmee eiser werkzaamheden kan aanleren. De arbeidsdeskundige b&b heeft de taak ‘Verwijderen van randen van rubber’ (taaknummer 2001) geselecteerd. Eiser kan dit werk zittend in zijn rolstoel doen. Eiser kan enkelvoudige teksten en aantallen lezen en is in staat om met mondelinge instructies werkzaamheden te verrichten. Er wordt gewerkt onder leiding van een productieleider die altijd op de werkvloer aanwezig is. Anders dan de arbeidsdeskundige is de arbeidsdeskundige b&b van mening dat eiser wel beschikt over basale werknemersvaardigheden. Met de Nederlandse les op school, de stagewerkzaamheden en het sporten heeft hij geleerd om instructies te begrijpen, onthouden en uit te voeren. Uit eisers werk op de dagbesteding blijkt dat hij in staat is om afspraken met een werkgever na te komen.

Beroepsgronden

3. Eiser stelt - kort samengevat - dat sprake is van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen. Volgens eiser voldoet hij aan geen van de in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit) genoemde voorwaarden. Uit het psychologisch onderzoeksverslag van Libra en de schoolrapportages van het [naam onderwijscentrum] blijkt dat eiser bij alles constant aangestuurd en gestimuleerd moet worden door middel van 1-op-1 begeleiding. Hij is niet in staat om instructies te begrijpen, te onthouden en uit te voeren.

Juridisch kader

4. De relevante wet- en regelgeving is opgenomen in de bijlage. Deze bijlage maakt onderdeel uit van deze uitspraak.

Beoordeling door de rechtbank

5.1
In geschil is of bij eiser op de dag dat hij achttien jaar werd, te weten [geboortedatum] 2018, als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam geen sprake was van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.
5.2
De rechtbank overweegt dat iemand op grond van het Schattingsbesluit arbeidsvermogen heeft als hij:
1. Een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
2. Basale werknemersvaardigheden heeft;
3. Ten minste een uur aaneengesloten kan werken; en
4. Ten minste vier uur per dag belastbaar is.
Er is slechts arbeidsvermogen als aan alle genoemde vereisten is voldaan. Is dat het geval dan moet het UWV beoordelen of deze situatie duurzaam is als bedoeld in artikel 1a:1, vierde lid, van de Wajong.
Was het onderzoek door het UWV zorgvuldig?
6 De verzekeringsarts b&b en de arbeidsdeskundige b&b hebben geconcludeerd dat eiser arbeidsvermogen heeft. Naar het oordeel van de rechtbank hebben de daaraan ten grondslag liggende onderzoeken op zorgvuldige wijze plaatsgevonden, nu eiser door de arts en de arbeidsdeskundigen is gezien en de informatie over zijn aandoeningen, zijn schoolrapportages en de rapportages van Libra revalidatie kenbaar zijn betrokken in de overwegingen. Het enkele feit dat de door eiser in beroep overgelegde (niet-medische) informatie van school niet is voorgelegd aan de verzekeringsarts b&b, maakt nog niet dat sprake is van onzorgvuldige besluitvorming. Het UWV heeft in dat verband voldoende toegelicht dat die stukken geen medische informatie bevatten die niet al bekend was bij de verzekeringsarts b&b.
Kan eiser vier uur per dag en één uur aaneengesloten werken?
7.1
De rechtbank ziet in wat eiser aanvoert geen aanleiding om aan te nemen dat de verzekeringsarts b&b ten onrechte heeft geconcludeerd dat eiser in staat moet worden geacht om tenminste een periode van één uur aaneengesloten te werken en dat eiser ten minste vier uur per dag belastbaar is. Uit de praktijk bij de dagbesteding is gebleken dat eiser in staat is vier uur te werken op een dag. Daarbij overweegt de rechtbank dat niet vereist is dat eiser vier uur aaneengesloten belastbaar dient te zijn; hij kan de werkzaamheden ook verspreiden over de dag en tussendoor pauzes nemen, zodat bijvoorbeeld rekening kan worden gehouden met het verschonen.
7.2
Verder is niet in geschil dat eiser een hoge mate van begeleiding nodig heeft. De verzekeringsarts b&b heeft ook rekening gehouden met die hoge begeleidingsbehoefte. Bij deze beoordeling gaat het echter niet om de vraag of eiser zelfstandig taken kan uitvoeren, maar of sprake is van dusdanig intensieve aansturing dat die bij passend werk het productieproces ernstig verstoort. Uit de schoolrapportages en de informatie van Libra revalidatie blijkt dat eiser weliswaar intensieve begeleiding nodig heeft en dat hij met name bij nieuwe taken meer aansturing en begeleiding nodig heeft, maar op grond van de inhoud van deze informatie kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat eiser geen uur aaneengesloten zou kunnen werken. Daarbij komt dat, om deze conclusie te kunnen trekken, ook uit medische informatie zou moeten blijken dat eiser hiertoe niet in staat zou zijn, zoals een verslag van een behandelaar. Dergelijke medische informatie ontbreekt. Van belang is vast te stellen of eiser in algemene zin in staat is één uur aaneengesloten te werken. Uit de beschikbare informatie volgt dat eiser in staat is een bepaalde werkroutine in te prenten en te reproduceren. Zo blijkt uit het Ontwikkelingsperspectief 2018/2019 van [naam onderwijscentrum] dat eiser bij de houtbewerking de zaagtechnieken snel onder de knie had. Gelet op het voorgaande volgt de rechtbank dan ook het standpunt van het UWV dat eiser vier uur per dag belastbaar is en in staat is één uur aaneengesloten te werken.
Beschikt eiser over basale werknemersvaardigheden?
8.1
Of iemand over basale werknemersvaardigheden beschikt, beoordeelt het UWV aan de hand van een vaste gedragslijn die is neergelegd in het Compendium Participatiewet (Compendium). In het Compendium worden onder basale werknemersvaardigheden verstaan: het begrijpen, onthouden en uitvoeren van instructies van de werkgever en het nakomen van afspraken.
8.2
De rechtbank ziet geen aanleiding voor het oordeel dat eiser niet beschikt over deze vaardigheden. De arbeidsdeskundige b&b heeft inzichtelijk en op overtuigende wijze gemotiveerd dat eiser hierover beschikt. Tijdens het medisch onderzoek zijn er geen (medische) beperkingen vastgesteld in het vasthouden en verdelen van de aandacht. Van een werknemer wordt op basaal niveau gevraagd dat hij in staat is om zich op basis van instructies een bepaalde werkroutine in te prenten. Het enkele gegeven dat eiser intensieve begeleiding nodig heeft betekent nog niet dat hij geen basale werknemersvaardigheden heeft. In het Compendium is expliciet opgenomen dat zelfs als er permanent toezicht en intensieve begeleiding nodig is, er arbeidsvermogen kan worden aangenomen. Anders dan eiser heeft aangevoerd, blijkt uit het dossier dat de mate van benodigde begeleiding niet zodanig is dat hij niet in staat is om instructies uit te voeren. De arbeidsdeskundige b&b heeft erop gewezen dat eiser met de Nederlandse les op school, de dagbesteding en het sporten heeft geleerd om instructies te begrijpen, onthouden en uit te voeren. Dit kan de rechtbank volgen.
Daarbij is de communicatie met eiser weliswaar moeizaam, maar dit wordt voor een groot deel verklaard uit zijn gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal. Die wordt voornamelijk veroorzaakt doordat bij eiser thuis de Nederlandse taal niet wordt gesproken en hij op dat vlak niet uitgedaagd wordt. De moeizame communicatie is daarmee niet het gevolg van een ziekte of gebrek, zodat dit gegeven niet relevant is voor de beoordeling of sprake is van basale werknemersvaardigheden. Bovendien is eiser wel in staat op een bepaald niveau te lezen en ontwikkelt hij hier zich verder in. Ook kan hij pictogrammen begrijpen. Gelet op het voorgaande kan de rechtbank het standpunt van UWV volgen dat, als voldoende rekening wordt gehouden met eisers fysieke en mentale beperkingen, eiser basale werknemersvaardigheden heeft.
Kan eiser een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie?
9.1
De rechtbank volgt de arbeidsdeskundige b&b in de conclusie dat eiser een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie. Dit is duidelijk en inzichtelijk gemotiveerd aan de hand van de taak ‘Verwijderen van randen van rubber’. De arbeidsdeskundige b&b rapporteert inzichtelijk dat het in deze (enkelvoudige) taak gaat om het snijden, knippen of schuren van rubberen randjes van een machinaal geproduceerd product. Het werk kan vanuit de rolstoel gedaan worden. Eiser is in staat enkelvoudige teksten en aantallen van de opdrachtbon te lezen. Hij is ook in staat werkzaamheden te verrichten op basis van mondelinge instructies. Er wordt daarbij gewerkt onder begeleiding van een productieleider, die altijd op de werkvloer aanwezig is. Verder zijn de vereiste veiligheidsschoenen eventueel in aangepaste vorm beschikbaar. Voor wat betreft de begeleidingsbehoefte overweegt de rechtbank dat de ondergrens daarvan al is getoetst bij het criterium ‘een uur aaneengesloten werken’.
9.2
Eiser heeft nog aangevoerd dat hij is aangewezen op dagbesteding en dat hij gelet daarop geen loonvormende arbeid kan verrichten. Dit betoog kan niet slagen. Met betrekking tot het aspect arbeid betekent het ontbreken van arbeidsvermogen dat iemand in het geheel niet kan werken. Hiermee wordt bedoeld dat iemand geen enkele activiteit kan ontplooien waarvoor een werkgever enig loon zou willen betalen, zelfs niet in een beschutte werkomgeving. Uit de door eiser overgelegde stukken blijkt niet dat hiervan in zijn geval sprake is. Het enkele feit dat hij recent naar de dagbesteding ging, is daarvoor onvoldoende. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het UWV eiser dan ook op goede gronden in staat geacht tot het verrichten van de geselecteerde taak.
Conclusie
10.1
Gelet op het voorgaande hebben de verzekeringsarts b&b en de arbeidsdeskundige b&b naar het oordeel van de rechtbank afdoende gemotiveerd dat eiser voldoet aan de criteria voor het aannemen van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Het UWV heeft dan ook voldoende inzichtelijk gemaakt dat eiser over arbeidsvermogen beschikt, waardoor op goede gronden de Wajong-uitkering is geweigerd.
10.2
Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Skalonjic, rechter, in aanwezigheid van mr. R.J. Tolner, griffier, op 18 september 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Bijlage

Op grond van artikel 1a:1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wajong is een jonggehandicapte de ingezetene die op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.
Op grond van artikel 1a:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wajong is jonggehandicapte de ingezetene die na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
In het vierde lid is bepaald dat onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan de situatie waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
In het achtste lid is bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels kunnen worden gesteld.
De nadere regels die bedoeld zijn in artikel 1a:1, achtste lid, van de Wajong, zijn neergelegd in het Schattingsbesluit.
Op grond van artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit heeft betrokkene geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong 2015, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
In het tweede lid is bepaald dat een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de kleinste eenheid van een functie is en bestaat uit één of meerdere handelingen.