In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2004, die onder toezicht staat van de Gecertificeerde Instelling (GI). De GI had verzocht om de minderjarige in een gesloten accommodatie te plaatsen voor de duur van een jaar, maar tijdens de zitting op 17 september 2020 werd dit verzoek aangepast naar een halfjaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de minderjarige, zijn pleegmoeder en de mentor, zijn gehoord.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in de afgelopen maanden vooruitgang heeft geboekt, maar dat er nog steeds grote zorgen zijn over zijn weerbaarheid en de invloed van andere groepsgenoten. De kinderrechter heeft benadrukt dat de gesloten groep momenteel de meest passende omgeving is voor de minderjarige, gezien zijn behoefte aan sturing en ondersteuning. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 21 maart 2021, met de intentie om uiteindelijk door te stromen naar een open groep.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, waarbij de kinderrechter de zorgen over de continuïteit van de zorg door de GI heeft onderstreept. De kinderrechter heeft de betrokkenheid van de GI als voogdijinstelling en de noodzaak van voortdurende ondersteuning voor de minderjarige benadrukt, vooral gezien zijn verleden van tegenslagen en beschadiging in zijn ontwikkeling.