Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Motivering
“Initiële politieopleiding Allround Politiemedewerker”. Belanghebbende 2 heeft een herziene aangifte gedaan voor het jaar 2015 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.862 en daarbij een bedrag van € 3.785 (inclusief de drempel) aan persoonsgebonden aftrek aan scholingsuitgaven voor zijn partner – belanghebbende 1 – in aanmerking genomen onder vermelding van “
Initiële politie opleiding”. Deze herziene aangiften zijn gedaan nadat de aanslag IB/PVV de desbetreffende jaren (hierna: de aanslagen) reeds waren opgelegd.
aan uw bezwaar tegemoet te komen’)maar het gaat juridisch om een beslissing die is genomen op basis van de bevoegdheid die de inspecteur toekomt op grond van artikel 9.6, eerste lid, van de Wet IB 2001. Vast staat dat deze tweede beslissing is genomen zonder dat de herziene aangiften inhoudelijk zijn beoordeeld en de in aanmerking genomen kosten nader zijn onderzocht.
Initiële politieopleiding’)erbij wordt betrokken. Het betoog van belanghebbenden dat de inspecteur erop bedacht had moeten zijn dat de initiële politieopleiding wordt bekostigd door het Rijk en daarom nooit sprake kan zijn van aftrekbare scholingsuitgaven, gaat uit van een te hoge norm wat betreft kennis die de inspecteur zou moeten hebben van (bekostiging van) opleidingen, in het kader van een kennisname van een aangifte met een normale zorgvuldigheid. Gelet op het voorgaande kan niet worden geoordeeld dat de inspecteur, door de aanslagen naar aanleiding van de herziene aangiften “ongezien” ambtshalve te verminderen, een ambtelijk verzuim heeft begaan.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;