In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) over de terugvordering van een subsidie voor studiekosten. Eiser ontving een lerarenbeurs voor de studiejaren 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013, maar stopte met zijn opleiding en behaalde geen studiepunten. DUO stelde dat eiser een terugbetalingsplicht had van in totaal € 19.100,-, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden van de subsidie, waaronder het behalen van minimaal 90 studiepunten binnen de gestelde termijn. Eiser voerde aan dat hij verwarrende informatie had ontvangen van DUO en dat zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder gezondheidsproblemen, hem belemmerden in het behalen van studiepunten.
De rechtbank oordeelde dat DUO zich terecht op het standpunt stelde dat de behaalde vrijstellingen niet meetellen voor het aantal vereiste studiepunten. De rechtbank concludeerde dat de informatie die DUO had verstrekt niet onduidelijk was en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij op basis van deze informatie had gehandeld. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de persoonlijke omstandigheden van eiser geen bijzondere reden vormden om van de Regeling af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de terugvordering van de subsidie door DUO.