Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 6 oktober 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiser] , te [naam woonplaats] , eiser,
de burgemeester van de gemeente Schouwen-Duiveland, verweerder.
Procesverloop
- het besluit van de burgemeester van 4 september 2019 over de vaststelling van de hoogte van de kosten van toegepaste bestuursdwang op 24 januari 2019
- het besluit van de burgemeester van 4 september 2019 over het op 15 april 2019 afgeven van een machtiging voor het zonder toestemming van bewoner(s) binnentreden van de woning op het adres [adres] te [naam woonplaats]
- het besluit van de burgemeester van 4 september 2019 over de vaststelling van de hoogte van de kosten van toegepaste bestuursdwang op 17 april 2019
Overwegingen
1. Feiten
- Geen verdere geluidsoverlast meer te veroorzaken in of bij zijn woning;
- Tussen 22:00 en 07:00 uur geen werkzaamheden uit te voeren aan, in of bij zijn woning;
- Tussen 22:00 en 07:00 uur alleen gebruik te maken van een geluidsinstallatie, televisie of anderszins via een hoofdtelefoon.
2. Wettelijk kader
3. Bestreden besluit I (BRE 19/5248; kosten bestuursdwang 24 januari 2019)
Beslissing
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit I
- vernietigt bestreden besluit I;
- draagt de burgemeester op binnen 6 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser van 8 april 2019 tegen de kostenbeschikking van 4 maart 2020 met inachtneming van deze uitspraak;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit II
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit III
- vernietigt bestreden besluit III;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit III in stand blijven;
- draagt de burgemeester op het betaalde griffierecht van in totaal € 348,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.050,-.
Rechtsmiddel
Bijlage
Wettelijk kader
artikel 5:21 van de Awbverstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
artikel 5:25, eerste lid, van de Awbop kosten van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen.
artikel 5:27, eerste lid, van de Awbstaat: Om bestuursdwang toe te passen, hebben door het bestuursorgaan aangewezen personen toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
artikel 6:4, eerste lid, van de Awbdoor het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
artikel 6:5 van de Awbstaat:
artikel 6:6 van de Awbniet-ontvankelijk worden verklaard, indien:
artikel 6:7 van de Awbzes weken.
artikel 6:8, eerste lid, van de Awbaan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
artikel 6:22 van de Awbstaat: een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, kan, ondanks schending van een geschreven of ongeschreven rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel, door het orgaan dat op het bezwaar of beroep beslist in stand worden gelaten indien aannemelijk is dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld.
2. Algemene wet op het binnentreden (Awbi)
artikel 2, eerste lid, van de Awbieen schriftelijke machtiging vereist, tenzij en voor zover bij wet aan rechters, rechterlijke colleges, leden van het openbaar ministerie, burgemeesters, gerechtsdeurwaarders en belastingdeurwaarders de bevoegdheid is toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. De machtiging wordt zo mogelijk getoond.
artikel 3, derde lid, van de Awbislechts over, indien het doel waartoe wordt binnengetreden het binnentreden zonder toestemming van de bewoner redelijkerwijs vereist.