Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 juli 2020 in de zaak tussen
[eiser], te [plaatsnaam], eiser,
de korpschef van politie, verweerder.
Procesverloop
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
Overwegingen
- als de oorspronkelijke functie ongewijzigd terugkomt in de nieuwe organisatie, tenzij
- de medewerker voldoet aan de functie-eisen (o.a. politiediploma) voor de functie van Operationeel Begeleider B. In dat geval wordt de functie van Docent B als vergelijkbare of uitwisselbare functie aangemerkt voor de functie Operationeel Begeleider B.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit van 24 augustus 2017;
- plaatst eiser met ingang van 1 juli 2016 in de functie van Operationeel Begeleider B, met als werkterrein Gewelds- en Gevaarbeheersing, salarisschaal 9;
- bepaalt dat deze uitspraak in plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit van 16 mei 2018;
- veroordeelt de korpschef in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.100,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan eiser van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 833,-;
- veroordeelt de korpschef tot betaling aan eiser van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 167,-;
- draagt de korpschef op het betaalde griffierecht van € 170,- aan eiser te vergoeden.