In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben eisers op 9 januari 2017 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Dit verzoek betrof de openbaarmaking van verschillende documenten met betrekking tot milieuvergunningen en milieucontroles van een specifiek bedrijf. Het college heeft een deel van het verzoek doorgestuurd naar de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die op 10 januari 2019 besloot om drie documenten openbaar te maken. Eisers waren het niet eens met dit besluit en hebben bezwaar gemaakt, wat leidde tot een bestreden besluit op 4 juni 2019 waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard.
Het beroep van eisers werd op 18 juni 2020 behandeld tijdens een telefonische zitting. Tijdens deze zitting werd door eisers aangevoerd dat de minister onjuistheden in de openbaar gemaakte documenten niet had hersteld. De rechtbank overwoog dat de minister alle relevante documenten had verstrekt en dat eisers niet aannemelijk hadden gemaakt dat er nog meer documenten onder de minister berustten. De rechtbank concludeerde dat de minister terecht had besloten de documenten openbaar te maken en dat de inhoudelijke juistheid van deze documenten niet ter beoordeling voorlag.
De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en benadrukte dat de Wob geen mogelijkheid biedt om openbaar gemaakte documenten te corrigeren. De uitspraak werd gedaan door rechter G.M.J. Kok en is openbaar gemaakt op 7 juli 2020.