4.3Zijn er op 1 augustus 2017 persoonsgegevens verwerkt?
Eiser stelt dat verweerder op 1 augustus 2017 zijn persoonsgegevens heeft verwerkt op het VNG-forum. Hij heeft zijn beroep ondersteund door inzending van schermafdrukken van de discussie op het VNG-forum.
Verweerder stelt dat op 1 augustus 2017 geen informatie is uitgewisseld op het forum die direct of indirect herleidbaar is tot eiser. De woorden “hetzelfde verzoek is hier ook ontvangen”, “oude bekende” en “bijgevoegd legitimatiebewijs is niet meer geldig (15 december 2015 verlopen)” zijn niet herleidbaar naar eiser. Eiser stelt dat dit topic over hem gaat, maar onderbouwt dat niet. Deze informatie betreft geen persoonsgegevens. Er zijn, aldus verweerder, veel personen die de afgelopen jaren landelijk Wob-verzoeken hebben ingediend.
Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder desgevraagd erkend dat de discussie van
1 augustus 2017 betrekking had op eiser.
De rechtbank overweegt het volgende.
Allereerst stelt de rechtbank vast dat de AVG op 25 mei 2018 in werking is getreden en onmiddellijke werking heeft. De onmiddellijke werking van de AVG betekent echter niet dat ook feiten die vóór de inwerkingtreding van de AVG hebben plaatsgevonden op grond van de AVG beoordeeld moeten worden.
De vraag of de verwerkte gegevens persoonsgegevens zijn, moet in dit geval worden beoordeeld op basis van de Wbp, omdat deze wet in 2017 van toepassing was. De rechtbank merkt daarbij op dat het materiële beoordelingskader door de inwerkingtreding van de AVG niet gewijzigd is.
Artikel 1 van de Wbp definieert een persoonsgeven als elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Gegevens kunnen identificerend zijn als zij door hun onderlinge combinatie dusdanig uniek zijn, dat ze maar op één persoon betrekking kunnen hebben. Bij de beoordeling of er sprake is van identificeerbaarheid moeten de mogelijkheden van de derde, aan wie de gegevens worden verstrekt, om de identificatie tot stand te brengen, worden meegewogen. Het kan dus zijn dat een gegeven
voor de ene ontvanger wel een persoonsgegeven is, maar voor de andere niet.
Naar het oordeel van de rechtbank dient de vraag of sprake is van persoonsgegevens dus naar de context te worden beoordeeld. Uit de door eiser overgelegde schermafdrukken leidt de rechtbank af dat verweerder op het VNG-forum spreekt over een persoon (man) die:
- een oude bekende van de gemeente is,
- eenzelfde verzoek op grond van de Wbp heeft gedaan,
- wiens legitimatiebewijs is verlopen sinds 30 december 2015.
Gelet op deze gegevens is de rechtbank van oordeel dat deze gegevens, bezien in onderlinge samenhang en in de context, zonder onevenredige inspanning door de ontvangers van die gegevens kunnen worden herleid tot eiser. Uit de tekstbijdragen van anderen op de overgelegde schermafdrukken valt op te maken dat deelnemers op het forum precies weten over welke persoon het gaat.
Een en ander leidt de rechtbank tot de conclusie dat [vertegenwoordiger] , toen en nu werkzaam als ambtenaar van de gemeente Sluis, op 1 augustus 2017 persoonsgegevens van eiser heeft verwerkt. Verweerder was en is de (verwerkings)verantwoordelijke in de zin van artikel 1, aanhef en onder d, van de Wbp en artikel 4, aanhef en onder 7, van de AVG.
Om die reden zal de rechtbank het beroep gegrond verklaren. Zij zal het bestreden besluit, voor zover daarbij beslissing 2 in stand is gelaten, vernietigen en het bezwaar, voor zover gericht op beslissing 2, gegrond verklaren. De rechtbank zal zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat zij beslissing 2 zal herroepen en zal vaststellen dat op 1 augustus 2017 door verweerder persoonsgegevens van eiser zijn verwerkt op het VNG-forum. Eiser heeft daarmee de duidelijkheid heeft die hij tijdens deze procedure wilde verkrijgen.
5.
Schadevergoeding (beslissing 3)
Ingevolge artikel 82, eerste lid, van de AVG heeft eenieder die materiële schade heeft geleden ten gevolge van een inbreuk op deze verordening, het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker schadevergoeding te ontvangen voor de geleden schade.
Op 1 april 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: AbRS) geoordeeld dat titel 8.4 van de Awb van toepassing is op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 82, eerste lid, van de AVG, die na 1 juli 2013 zijn gedaan.Daarom kan geen beroep worden ingesteld – en dus evenmin bezwaar worden
gemaakt – tegen beslissing 3.
Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat verweerder het bezwaar tegen beslissing 3 ten onrechte inhoudelijk heeft beoordeeld. Ook om die reden zal de rechtbank het beroep gegrond verklaren. Zij zal het bestreden besluit, voor zover daarbij beslissing 3 in stand is gelaten, vernietigen. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien, door het bezwaar, voor zover dit is gericht tegen beslissing 3, niet-ontvankelijk te verklaren.
6.
Griffierecht en proceskosten
Nu de rechtbank het beroep (deels) gegrond zal verklaren, moet verweerder het voor de behandeling van dit geschil betaalde griffierecht aan eiser vergoeden.
De rechtbank zal verweerder veroordelen tot vergoeding van de proceskosten die eiser voor het voeren van deze procedure heeft gemaakt, met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank stelt deze kosten vast op een bedrag van € 1.050, wegens de rechtsbijstand die de gemachtigde van eiser heeft verleend (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 525 en wegingsfactor 1).
Omdat het bezwaar van eiser ook (deels) gegrond zal worden verklaard, komt hij ook in aanmerking voor vergoeding van de door hem gemaakte kosten van rechtsbijstand in bezwaar tot een bedrag van € 501 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, met een waarde per punt van € 501 (= tarief 2018) en wegingsfactor 1).
7.
Het verzoek tot schadevergoeding
De rechtbank merkt het bezwaarschrift, voor zover dit is gericht tegen beslissing 3, aan als een verzoek om schadevergoeding in de zin van artikel 8:90, eerste lid, van de Awb.
Zij kwalificeert het bestreden besluit, voor zover dit betrekking heeft op beslissing 3, als een verweerschrift, en het beroepschrift als een schriftelijke aanvulling op het verzoek om schadevergoeding. Partijen hebben ter zitting aangegeven hiermee te kunnen instemmen, als dit betekent dat de rechtbank een inhoudelijk oordeel kan geven over het verzoek om schadevergoeding. De heer [naam eiser] zal in dit kader worden aangeduid als ‘verzoeker’.
Verzoeker meent dat de verwerking van zijn persoonsgegevens op het VNG-forum onrechtmatig was. Verweerder is het daar niet mee eens. Als eerste moet dus de vraag worden beantwoord of de verwerking van de persoonsgegevens van verzoeker op 1 augustus 2017 op het VNG-forum onrechtmatig was.
Ook hier heeft te gelden dat de vraag of de verwerkte persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt, moet worden beoordeeld op basis van de Wbp, omdat deze wet in 2017 van toepassing was.
Artikel 8, aanhef en onder e, van de Wbp bepaalt dat persoonsgegevens mogen worden verwerkt indien dat noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak door het desbetreffende bestuursorgaan dan wel het bestuursorgaan waaraan de gegevens worden verstrekt.
De AbRS heeft in haar eerder genoemde uitspraak van 1 april 2020 hierover het volgende opgemerkt in overweging 30:
“Bij het college kan op grond van de Wob een verzoek tot openbaarmaking en verstrekking van informatie over een bestuurlijke aangelegenheid worden verzocht. De uitvoering van de Wob is een publiekrechtelijke taak van het college. Voor het goed functioneren van de Wob is van belang dat onderzoek naar misbruik van de Wob wordt gedaan en dat eventueel misbruik wordt vastgesteld. De VNG heeft door middel van het VNG-Forum een digitaal platform opgericht om gemeenten in staat te stellen met elkaar te overleggen over de wijze van aanpak en afhandeling van de vele, veelal louter voor het innen van dwangsommen ingediende, Wob-verzoeken. (…).”
Overweging 31 luidt als volgt:
“Het op een verzoek van een andere gemeente noemen van de naam van [appellant] op het VNG-Forum had tot doel een goede uitvoering van de Wob te verzekeren en te voorkomen dat de Wob wordt misbruikt om dwangsommen te innen bij het niet tijdig nemen van een beslissing op een verzoek. Dit doel is in overeenstemming met artikel 8, onder e van de Wbp (en artikel 6, eerste lid en onder e, van de AVG). Anders dan [appellant] betoogt, is er geen grond voor het oordeel dat de gegevensverwerking niet in overeenstemming met de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit is. Het doel van de verwerking staat in verhouding tot de inbreuk op de privacy van [appellant] en kon niet met minder ingrijpende middelen worden bereikt. Het vermelden van de naam van [appellant] was noodzakelijk, omdat alleen op die manier kon worden nagegaan of hij bij meerdere gemeenten Wob-verzoeken had ingediend die mogelijk zijn gericht op het innen van een dwangsom. Het was evenmin bovenmatig om deze gegevens te delen op het VNG-Forum. Zoals het college heeft toegelicht ter zitting, hadden voor het onderdeel Wob/gemeenten van het VNG-Forum alleen degenen toegang die een specifieke functie hebben, gerelateerd aan de behandeling van Wob-verzoeken. Voor de stelling van [appellant] dat heel bestuurlijk Nederland kennis heeft kunnen nemen van zijn naam, is geen grond aanwezig. [appellant] heeft ook, desgevraagd, niet inzichtelijk gemaakt welke concrete nadelige gevolgen het resultaat zijn geweest van het noemen van zijn naam op het VNG-Forum.”
De rechtbank deelt het oordeel van de AbRS en de daaraan ten grondslag gelegde motivering zoals hiervoor aangehaald. Weliswaar ging de discussie van 1 augustus 2017 op het VNG-forum niet over een Wob-verzoek zoals in de uitspraak van de AbRS, maar over een Wbp-verzoek, maar ook hier geldt dezelfde problematiek over het landelijk indienen van vele verzoeken om vervolgens dwangsommen te kunnen innen als bestuursorganen er niet in slagen om tijdig op de verzoeken te beslissen. De rechtbank ziet geen aanleiding om hierover nog prejudiciële vragen te stellen of om aan de juistheid van het oordeel van de AbRS te twijfelen.
Een en ander leidt de rechtbank tot het oordeel dat de verwerking van de persoonsgegevens van verzoeker op het VNG-forum op 1 augustus 2017 door een ambtenaar van de gemeente Sluis niet onrechtmatig is. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de naam van verzoeker niet is genoemd, en dat een willekeurige buitenstaander uit de algemene omschrijving niet direct kan afleiden om wie het precies gaat. De handelwijze van verweerder maakt dus minder inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verzoeker dan de handelwijze die heeft geleid tot de uitspraak van de AbRS van 1 april 2020.
Het verzoek om schadevergoeding wordt daarom afgewezen.