ECLI:NL:RBZWB:2020:2604
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering op grond van onvoldoende medewerking en verstrekking van gegevens
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van [plaatsnaam], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had een bijstandsuitkering die door het college op 21 juni 2019 werd ingetrokken, omdat zij niet de gevraagde gegevens had verstrekt en niet was verschenen op een uitnodiging voor een gesprek. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college een onderzoek heeft ingesteld naar de woon- en leefsituatie van eiseres, omdat er vermoedens waren dat zij niet op het opgegeven adres woonde. Eiseres had geweigerd om bepaalde gegevens, waaronder haar OV-chipkaartgegevens, te verstrekken, en stelde dat dit een schending van haar privacy was. De rechtbank oordeelde echter dat het college gerechtigd was om deze gegevens op te vragen in het kader van het onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstandsuitkering.
De rechtbank overwoog dat eiseres niet tijdig de gevraagde inlichtingen had verstrekt en dat het college op goede gronden tot intrekking van de bijstandsuitkering was overgegaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen reden was voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.