ECLI:NL:RBZWB:2020:2254
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandeling stellen aanvraag uitkering Participatiewet
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren. De eiser had op 9 april 2019 een uitkering op grond van de Participatiewet aangevraagd, maar deze aanvraag werd door Orionis op 7 juni 2019 buiten behandeling gesteld. Orionis stelde dat de aanvraag niet kon worden behandeld omdat de eiser niet binnen de gestelde termijn aanvullende gegevens had aangeleverd die nodig waren voor de beoordeling van zijn aanvraag. In het bestreden besluit van 22 augustus 2019 verklaarde Orionis het bezwaar van de eiser ongegrond, waarna de eiser beroep instelde tegen dit besluit.
De rechtbank overwoog dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid in beginsel op de aanvrager rust. De eiser had nagelaten te reageren op verzoeken van Orionis om aanvullende informatie te verstrekken, waaronder een verklaring over zijn financiële situatie en de reden waarom hij niet langer van de stortingen van zijn ouders kon leven. De rechtbank concludeerde dat Orionis terecht had besloten de aanvraag buiten behandeling te stellen op basis van artikel 4:5, eerste lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen reden was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.