Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 11 mei 2020 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] B.V. , te [plaatsnaam] , eiseres,
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Algemeen: werkgeverschap in de zin van de Wav
Algemeen: zuivere grensoverschrijdende dienstverrichting
Algemeen: beoordeling boeterapport
Relevante feiten uit het boeterapport
Beoordeling feiten / boeterapport
Overschrijding termijn (artikel 5:51 Awb en 6 EVRM)
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 januari 2018, kenmerk WBJA/ABWA/1.2016.2068.001/bob;
- herroept het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 oktober 2016, kenmerk 071503664/03;
- bepaalt dat het bedrag van de aan eiseres opgelegde boete wordt vastgesteld op € 69.500,00;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- veroordeelt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot vergoeding van bij eiseres in verband met de behandeling van het bezwaar en beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2362,50;
- gelast dat de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan eiseres het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 338,- voor de behandeling van het beroep vergoedt.
www.rechtspraak.nl. De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.