ECLI:NL:RBZWB:2020:1872
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft eiser, woonachtig te [plaats], beroep ingesteld tegen een besluit van het dagelijks bestuur van Werkplein Hart van West-Brabant. Het dagelijks bestuur had op 7 juni 2019 de aanvraag van eiser om een uitkering op grond van de Participatiewet afgewezen. Dit afwijzingsbesluit was gebaseerd op het feit dat eiser onvoldoende informatie had verstrekt en niet voldoende medewerking had verleend om zijn recht op bijstand vast te stellen. Eiser heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bestreden besluit van 8 oktober 2019 verklaarde het bezwaar ongegrond en handhaafde het afwijzingsbesluit.
De rechtbank heeft partijen uitgenodigd voor een zitting op 18 maart 2020, maar deze kon niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen. Partijen hebben toestemming gegeven voor een uitspraak zonder zitting. De rechtbank heeft het onderzoek op 8 april 2020 gesloten. Eiser heeft in beroep aangegeven het niet eens te zijn met het bestreden besluit en heeft verzocht om zijn bezwaargronden in de beoordeling te betrekken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser geen nieuwe redenen heeft aangevoerd die de gemotiveerde weerlegging van de bezwaargronden in het bestreden besluit onjuist of onvolledig maken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. M.Z.B. Sterk, rechter, en is openbaar gemaakt op 17 april 2020. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.