ECLI:NL:RBZWB:2020:1815
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering op basis van onvoldoende bewijs van bijstandbehoevendheid en zorgvuldigheid van de procedure
Op 15 april 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het dagelijks bestuur van Werkplein Hart van West-Brabant. De eiser had een aanvraag voor een bijstandsuitkering ingediend, welke op 24 juni 2019 door Werkplein was afgewezen. Het bezwaar van de eiser tegen deze afwijzing werd op 6 september 2019 ongegrond verklaard. De eiser stelde dat er geen rekening was gehouden met zijn autisme spectrumstoornis tijdens de procedure en dat hij niet goed was geïnformeerd over de vereiste documenten. De rechtbank oordeelde dat Werkplein voldoende rekening had gehouden met de persoonlijke situatie van de eiser en dat het onderzoek niet onzorgvuldig was geweest. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet had aangetoond dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde, omdat hij geen inzicht had gegeven in zijn financiële situatie en de verkoop van zijn schilderijen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de bijstandsuitkering.