Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 27 maart 2020 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Oostappen Vakantiepark Droomgaard B.V., te Kaatsheuvel, eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
De rechtbank stelt op basis van het controleverslag vast dat dit een controle van het migrantengedeelte van het park betrof. Zoals hiervoor is overwogen, was het college niet bevoegd om voor wat betreft dat gedeelte van het park handhavend op te treden. Het college heeft dus ook ten onrechte geconcludeerd dat eiseres op 30 november 2018 een dwangsom heeft verbeurd. Het college heeft ten onrechte een dwangsom van € 8.400,= ingevorderd.
Uit het controleverslag blijkt dat vier chalets zijn onderzocht op veld A (A015, A023, A026 en A029). In het controleverslag is vermeld dat de controleurs de bewoners van de chalets hebben gesproken, dat zij allen van Oost-Europese afkomst waren en dat zij allen hebben aangegeven dat zij door hun werkgever (uitzendbureaus) daar gehuisvest zijn. De rechtbank is van oordeel dat het college op basis van het controleverslag, in combinatie met de nachtregistratie, mocht aannemen dat op 3 december 2018 binnen het recreatief gedeelte van het park recreatieverblijven werden gebruikt voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Dat betekent dat eiseres op 3 december 2018 een dwangsom van € 34.000,= heeft verbeurd.
Uit het controleverslag blijkt dat zeven chalets zijn onderzocht op veld A (A17, A24, A52, A53, A58, A61 en A64). Daarbij is vermeld dat de personen, die daar gehuisvest waren, allen afkomstig waren uit een ander land en hier in Nederland werkzaam waren. Hoewel het hier summiere verslaglegging betreft, is de rechtbank van oordeel dat het college op basis van het controleverslag, in combinatie met de nachtregistratie, heeft mogen aannemen dat op 10 december 2018 binnen het recreatief gedeelte van het park arbeidsmigranten gehuisvest waren. Dat betekent dat eiseres op 10 december 2018 een dwangsom van € 34.000,= heeft verbeurd.
Uit het controleverslag blijkt dat op deze datum zes chalets zijn onderzocht op veld A en H (A008, A015, A017, H033, H040 en H041). Daarbij is vermeld dat de bewoners allen hebben aangegeven aldaar te zijn gehuisvest door hun werkgever om in Nederland te werken. De bewoners die zijn gesproken waren afkomstig uit Spanje en Polen. Ook hiervoor geldt dat het college op basis van het controleverslag, in combinatie met de nachtregistratie, heeft mogen aannemen dat op 17 december 2018 binnen het recreatief gedeelte van het park arbeidsmigranten gehuisvest waren. Dat betekent dat eiseres op 17 december 2018 een dwangsom van € 34.000,= heeft verbeurd.
Uit het controleverslag blijkt dat op deze datum vier chalets zijn onderzocht op veld A en H (A10, A15, H001 en H013). Daarbij is vermeld dat de bewoners allen hebben aangegeven aldaar te zijn gehuisvest door hun werkgever om in Nederland te werken. Daarbij is vermeld dat geen van de bewoners de Nederlandse nationaliteit bezat. Ook hiervoor geldt dat het college op basis van het controleverslag, in combinatie met de nachtregistratie, heeft mogen aannemen dat op 24 december 2018 binnen het recreatief gedeelte van het park arbeidsmigranten gehuisvest waren. Dat betekent dat eiseres op 24 december 2018 een dwangsom van € 34.000,= heeft verbeurd.
Uit het controleverslag blijkt dat de controleurs bij chalet M002 hebben aangeklopt en daar een man hebben gesproken die aangaf uit Bulgarije afkomstig te zijn, in de betreffende caravan te verblijven en in Nederland werkzaam te zijn voor de Oostappen Groep. Ook bij recreatieverblijf G013 is aangeklopt en aldaar hebben de controleurs gesproken met een man die aangaf uit Slowakije te komen. Deze heeft aangegeven in het betreffende recreatieverblijf te wonen en via het uitzendbureau Eurojobs werkzaam te zijn bij een elektrotechnisch bedrijf in Waalwijk. Vervolgens hebben de controleurs bij de beheerder van het park ( [naam beheerder] ) het nachtregister opgevraagd. [naam beheerder] heeft aangegeven op de hoogte te zijn van de bewoning van chalet M002, dat de bewoners de dag ervoor waren gearriveerd en dat het zijn bedoeling was om de bewoners door te verhuizen naar het migrantengedeelte. Met betrekking tot de Slowaakse persoon heeft [naam beheerder] aangegeven dat deze persoon een jaarplaats huurt op persoonlijke titel.
De rechtbank is van oordeel dat het college op basis van het controleverslag heeft mogen aannemen dat op 10 januari 2019 binnen het recreatief gedeelte van het park arbeidsmigranten gehuisvest waren. Dat betekent dat eiseres op 10 januari 2019 een dwangsom van € 34.000,= heeft verbeurd.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 1 gegrond;
- vernietigt bestreden besluit 1;
- herroept primair besluit 1;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 2 ongegrond;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 3 gegrond;
- vernietigt bestreden besluit 3;
- bepaalt het invorderingsbedrag op een totaalbedrag van € 170.000,=;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit 3;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 345,= aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.050,=.
(is niet in de gelegenheid de uitspraak te ondertekenen)