Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
4.De beslissing
13 maart 2019.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over een vordering tot schadevergoeding. [eiser] vorderde dat [gedaagde] aansprakelijk werd gesteld voor schade die was ontstaan door het gebruik van een illegaal bestrijdingsmiddel op blauwe bessen. De feiten van de zaak tonen aan dat [gedaagde] in mei 2015 zonder medeweten van [eiser] een bestrijdingsmiddel heeft gespoten, wat leidde tot afkeuring van de oogst door de afnemer. [gedaagde] heeft verweer gevoerd en stelde dat [eiser] te lang had gewacht met het aansprakelijk stellen, wat zou leiden tot rechtsverwerking. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] inderdaad te lang had gewacht met de aansprakelijkstelling, waardoor [gedaagde] in zijn verdediging was benadeeld. De vordering van [eiser] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige aansprakelijkstelling door werkgevers en de gevolgen van rechtsverwerking in civiele procedures.