ECLI:NL:RBZWB:2019:6289

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 december 2019
Publicatiedatum
11 januari 2021
Zaaknummer
C/02/358752 / HA ZA 19-335
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot voorlopige voorziening in verband met misbruik van omstandigheden en onrechtmatige gedragingen

In deze zaak vorderden de eisers, bestaande uit de besloten vennootschappen IMV en Secret, en twee verzoekers, een voorlopige voorziening tegen de gedaagden, de Europese Monetaire Foundation Fonds Maerloo LBG en de Vereniging Maerloo. De eisers stelden dat de gedaagden misbruik hadden gemaakt van de geestelijke invloed die zij uitoefenden op verzoeker 4, die onder druk verklaringen had ondertekend die haar vermogen en dat van de vennootschappen ter beschikking stelden aan de organisatie van Maerloo. De rechtbank oordeelde dat het aannemelijk was dat de hoofdprocedure zou leiden tot de nietigheid van de rechtshandelingen wegens misbruik van omstandigheden. De rechtbank wees de vorderingen van de eisers toe, inclusief het opleggen van dwangsommen aan de gedaagden voor het niet naleven van de veroordelingen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden de eisers niet mochten vertegenwoordigen en hen belemmerden in hun wettelijke taken. De uitspraak werd gedaan op 24 december 2019.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/358752 / HA ZA 19-335
Vonnis in incident van 24 december 2019
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERNATIONALE MEDISCHE VOETSPECIALISATIE ASSOCIATED TO INTERNATIONAL LAW B.V.,
gevestigd te Gilze,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SECRET B.V.,
gevestigd te Gilze,
3.
[verzoeker 3],
wonende te Gilze,
4.
[verzoeker 4],
wonende te Gilze,
eisers in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. F.C.H.M. van der Stap te Breda,
tegen
1. de rechtspersoon naar buitenlands recht
EUROPEES MONETAIR FOUNDATION FONDS MAERLOO LBG,
gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk,
2. de vereniging
VERENIGING MAERLOO,
gevestigd te Sint Philipsland,
3.
[gedaagde 3],
wonende te Sint Philipsland,
4.
[gedaagde 4],
wonende te Sint Philipsland,
gedaagden in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. M.D. Winter te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna IMV c.s. en Maerloo c.s. genoemd worden. Eisers zullen afzonderlijk IMV, Secret, [verzoeker 3] en [verzoeker 4] worden genoemd. Gedaagden zullen hierna afzonderlijk als Fonds Maerloo, Vereniging Maerloo, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] worden aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende akte uitlating dagvaarding van verkeerde partijen, met producties;
  • de antwoordakte in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in het incident

2.1.
IMV c.s. vordert in het incident, uitvoerbaar bij voorraad en voor de duur van het geding totdat uitspraak in de hoofdzaak is gedaan – enigszins samengevat, Maerloo c.s.:
a) te verbieden IMV en Secret te vertegenwoordigen en/of met betrekking tot die vennootschappen (rechts)handelingen te verrichten;
b) te gebieden de volledige administratie en (financiële) boekhouding over te dragen aan [verzoeker 3];
c) te verbieden het pand aan de Industrieweg 12 te Sint Philipsland te betreden en (rechts)handelingen te verrichten waardoor [verzoeker 3] de toegang tot het pand wordt belemmerd en ter zake van het pand beheer- en beschikkingsdaden te verrichten;
d) te gebieden de op 14 augustus 2018 van [verzoeker 4] afgenomen documenten, goederen, juwelen en gelden terug te geven aan [verzoeker 4];
e) te gebieden de uit het pand Industrieweg 12 te Sint Philipsland verwijderde goederen terug te leveren aan IMV c.s.;
f) te gebieden alle sleutels en codes van het voornoemde pand aan [verzoeker 3] te verstrekken.
IMV c.s. vordert dat Maerloo c.s. binnen twee dagen na de uitspraak van dit vonnis aan de veroordeling voldoet, op straffe van het verbeuren van een dwangsom.
2.2.
Maerloo c.s. voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover van belang, hierna worden ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten:
[verzoeker 4] was enig aandeelhoudster van IMV en Secret (hierna gezamenlijk ook genoemd ‘de Vennootschappen’). Zij is bij de oprichting van de Vennootschappen als bestuurder benoemd. De statuten van de Vennootschappen bepalen dat bestuurders worden benoemd en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.
IMV was eigenaar van een pand aan de Industrieweg 12 te Sint Philipsland (hierna: het pand).
In september 2005 is [verzoeker 4] in contact gekomen met mevrouw [X]. [X] is als alternatief genezer verbonden aan ‘Integraal Medisch Centrum Maria Magdalena’ en vertegenwoordigt volgens eigen zeggen de “eerstgeboren geest, Maria Magdalena”. [verzoeker 4] heeft zich aangesloten bij de organisatie van [X] en is in 2011 naar Sint Philipsland verhuisd waar de organisatie is gehuisvest. Maerloo c.s. zijn verbonden aan de organisatie.
In januari 2012 heeft [verzoeker 4] in Trier, Duitsland, verschillende verklaringen ondertekend volgens welke privégoederen en goederen van IMV worden ingebracht in “de Foundation” en/of “het Foundation Fonds Het Nieuwe Atlantis according to international law opgericht vanuit de Foundation Het Nieuwe Atlantis according to international law” en “tegoeden, vermogensbestanddelen, aandelen, liquiditeiten, vreemde valuta” worden “geplaatst” in het “Foundationfonds, welk fonds is opgericht en erkend door de Foundation, erkend door de Holding en door de Coöperatieve Vereniging is geplaatst in de Holding”. In mei 2012 heeft [verzoeker 4] in Sint Philipsland twee keer een ‘akte van inbreng in stichting het nieuwe atlantis associated to international law’ ondertekend, waarbij zij mede namens IMV verklaart alle huidige en toekomstige goederen in te brengen in de ‘Stichting Het Nieuwe Atlantis associated to international law’.
Op 7 maart 2014 heeft [verzoeker 4] ongeveer 2,2 miljoen USD van haar privérekening naar een bankrekening van Secret in Macedonië overgemaakt.
Bij beschikking van 10 maart 2014 heeft de kantonrechter te Middelburg een bewind ingesteld over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [verzoeker 4], met benoeming van [gedaagde 3] en [gedaagde 4] tot bewindvoerders.
Op 24 maart 2015 is er een bedrag van € 1,5 miljoen van de Macedonische bankrekening van Secret afgehaald en verdwenen.
Bij beschikking van 13 november 2015 heeft de kantonrechter te Middelburg het voornoemd bewind opgeheven.
Op 8 april 2017 heeft [verzoeker 4], mede namens IMV, een verklaring ondertekend, waarin onder meer het volgende is vermeld:
“(…)In aanmerking nemende:- [verzoeker 4] is enige bestuurder en houder van het gehele geplaatste kapitaal in Voetspecialisatie.- Ondergetekende is derhalve de enige stemgerechtigde in Voetspecialisatie.- Voetspecialisatie en [verzoeker 4] zijn blijkens onderhandse akten op 19 en 20 januari ondertekend te Trier (…) met al hun bezittingen, ingetreden in Foundation Het Nieuwe Atlantis.- Blijkens op 8 mei 2012 ondertekende onderhandse akten (…) is het gehele vermogen van zowel [verzoeker 4] als Voetspecialisatie ingebracht in de Stichting naar Surinaams recht Stichting Foundation Het Nieuwe Atlantis according to international law (…), hierna te noemen: “HNA- HNA is lid van de Vereniging Maerloo, (hierna te noemen: “Foundation”) (…)- Naast het feit dat de aandelen in Voetspecialisatie in HNA zijn ingebracht is, op verzoek van de Kern in onderling overleg besloten om het stemrecht en het vergaderrecht verbonden aan de aandelen in Voetspecialisatie over te dragen aan de Foundation.Ter uitvoering van het vorenstaande draagt [verzoeker 4] bij deze het volledige stemrecht en vergaderrecht over aan de Foundation, teneinde op eigen naam en met uitsluiting van [verzoeker 4] deze rechten uit te oefenen.(…)”
Op 11 april 2018 en 1 juni 2018 heeft [verzoeker 4] verklaringen (‘power of attorney’) ondertekend, waarbij zij voor zichzelf en als bestuurder en enig aandeelhouder van IMV verklaart ‘power of attorney’ te geven aan onder meer Maerloo c.s. om – kort gezegd – haar belangen te vertegenwoordigen, haar rechten te beschermen en haar te vertegenwoordigen.
Op 27 april 2018 heeft [verzoeker 4] een soortgelijke verklaring ondertekend als bestuurder en enig aandeelhouder van Secret.
Op 27 april 2018 is [verzoeker 4] in het handelsregister uitgeschreven als bestuurder van de Vennootschappen en is Vereniging Maerloo als bestuurder ingeschreven. [gedaagde 3] en [gedaagde 4] zijn bestuurders van Vereniging Maerloo. Vereniging Maerloo is op haar beurt bestuurder van Fonds Maerloo.
Op 14 augustus 2018 is [verzoeker 4] op bevel van [X] uit de organisatie gezet en is zij bij familie elders gaan wonen.
Volgens overgelegde stukken die zijn aangeduid als ‘aandeelhoudersbesluiten’ van 20 en 21 augustus 2018 heeft Vereniging Maerloo, vertegenwoordigd door [gedaagde 3] en [gedaagde 4] als bestuurders, als gerechtigde van een door [verzoeker 4] verleend stem- en vergaderrecht, besloten zichzelf als bestuurder van de Vennootschappen te ontslaan en Fonds Maerloo tot bestuurder te benoemen.
Volgens een als productie 8 bij dagvaarding overgelegd ‘aandeelhoudersbesluit’ van 21 augustus 2018 heeft Vereniging Maerloo, vertegenwoordigd door [gedaagde 3] en [gedaagde 4] als bestuurders, “als gerechtigde van het stem- en vergaderrecht blijkens overeenkomst de dato 8 april 2017 ondertekend door (…) [verzoeker 4]”, besloten tot ontbinding van IMV, benoeming van ‘Sint Petrus’ Banden Gilze’ tot bewaarder van de boeken en bescheiden en uitkering van een eventueel batig saldo aan de ‘Internationale Charity Maerloo’. [gedaagde 4] heeft de Kamer van Koophandel meegedeeld dat IMV per 28 augustus 2018 zou worden ontbonden en heeft verzocht om dit in te schrijven in het handelsregister.
Volgens overgelegde notulen van op 27 augustus 2018 gehouden buitengewone vergaderingen van aandeelhouders van de Vennootschappen waarbij [verzoeker 4] als enig aandeelhouder aanwezig was, is [verzoeker 3] tot bestuurder van de Vennootschappen benoemd en is, voor zover nodig, Vereniging Maerloo of Fonds Maerloo als bestuurder van de Vennootschappen ontslagen.
Bij brief van 27 augustus 2018 heeft [verzoeker 4] Vereniging Maerloo en Fonds Maerloo van de besluiten op de hoogte gebracht. [verzoeker 4] heeft in de brief geschreven dat zij niet gekend is in het besluit om Fonds Maerloo als bestuurder van de Vennootschappen te benoemen, dat artikel 16 van de statuten bepaalt dat bestuurders door de algemene vergadering worden benoemd en dat zij geen besluit heeft genomen. Zij heeft zich beroepen op de nietigheid van de besluiten.
[verzoeker 3] is als bestuurder van de Vennootschappen ingeschreven in het handelsregister.
Bij brief van 23 oktober 2018 aan Maerloo c.s., [X], [Z], Stichting Beheermaatschappij At-lantis en Merloo III according to international law B.V. heeft [verzoeker 4] gesommeerd zich te onthouden (rechts)handelingen te verrichten namens de Vennootschappen, hun bestuurder en aandeelhouder. Daarnaast is onder meer het volgende meegedeeld:
“(…)Bovendien heb ik van de bestuurder van de Vennootschappen de heer [verzoeker 3] vernomen dat u zich in de bezwaarprocedure bij de KvK en ook anderszins heeft beroepen op volmachten (power of attorney) die u van mij in privé dan wel in mijn hoedanigheid van bestuurder en/of aandeelhouder van de Vennootschappen beweerd te hebben verkregen. Voor zover er sprake mocht zijn van aan u verstrekte volmachten (…) en deze niet reeds bij genoemde brieven van 27 augustus jl. door mij zijn herroepen, worden alle aan u beweerde volmachten (…) onmiddellijk hierbij herroepen.(…)Daarnaast zijn deze beweerde volmachten (…) vanwege misbruik van omstandigheden althans als gevolg van wilsgebreken nietig althans vernietigbaar, waarvan de nietigheid hierbij wordt ingeroepen.(…)”
Fonds Maerloo heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de Kamer van Koophandel om [verzoeker 3] als bestuurder van de Vennootschappen in te schrijven en de inschrijving van de ontbinding van IMV ongedaan te maken. De Kamer van Koophandel heeft de bezwaren ongegrond verklaard.
Fonds Maerloo heeft tegen voornoemd besluit beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven voor zover dit IMV betreft.
3.2.
IMV c.s. legt aan haar vordering ten grondslag dat [verzoeker 3] bij aandeelhoudersbesluit van 27 augustus 2018 rechtsgeldig tot bestuurder van de Vennootschappen is benoemd. IMV c.s. stelt dat Maerloo c.s. hem belemmeren in het vervullen van zijn wettelijke taken en verplichtingen, zoals het tijdig doen van belastingaangifte, het beheren en verzekeren van de activa en het voeren van een deugdelijke boekhouding en het doen verzekeren van het pand nu Maerloo c.s. weigeren de administratie over te (doen) dragen en verhinderen dat [verzoeker 3] beheer- en beschikkingshandelingen verrichten met betrekking tot het pand doordat zij hem de toegang tot het pand beletten. Zij stellen verder dat Maerloo c.s. onrechtmatig hebben gehandeld doordat zij aan IMV en [verzoeker 4] toebehorende zaken uit het pand heeft weggenomen en [verzoeker 4], toen zij uit de organisatie is gezet, hebben gedwongen geld, juwelen, documenten en sleutels af te geven en in te leveren, een en ander als gespecificeerd in de producties 33, 34 en 36 bij dagvaarding. Volgens IMV c.s. is de organisatie van Maerloo c.s. gelijk te stellen aan een sekte en heeft [verzoeker 4] vanwege de op haar uitgeoefende psychologische druk verkeerd in een toestand die kan worden geduid als ‘undue influence’. Zij stelt dat [verzoeker 4] graag wilde worden goedgekeurd door de heilige Maria Magdalena en wilde worden opgenomen in de organisatie en stelt dat Maerloo c.s. daarvan misbruik heeft gemaakt. De verschillende rechtshandelingen die [verzoeker 4] tijdens haar verblijf bij de organisatie van Maerloo c.s. heeft verricht en die – kort gezegd – strekten tot overdracht van rechten, bevoegdheden en vermogen van haar of de Vennootschappen zijn volgens IMV c.s. tot stand gekomen door misbruik van omstandigheden. IMV c.s. beroept zich op de nietigheid van die rechtshandelingen.
3.3.
Maerloo c.s. hebben bij conclusie van antwoord aangevoerd dat zij, in de hoedanigheid waarin zij zijn gedagvaard, geen partij zijn bij de verschillende rechtshandelingen waarvan de nietigheid door IMV c.s. is ingeroepen. Volgens Maerloo c.s. zijn de ‘Foundation Het Nieuwe Atlantis according to international law’ respectievelijk ‘Foundation fonds Het Nieuwe Atlantis according to international law’ partij bij de inbrengdocumenten. Vervolgens is het hele vermogen, waaronder de aandelen van [verzoeker 4], ingebracht in Trust Company Maerloo, aldus Maerloo c.s. Volgens Maerloo c.s. brengt dit mee dat de goederen zijn gaan behoren tot het afgescheiden vermogen van de trust en is het aan de trustee, Fonds Maerloo en (middellijke) bestuurders, Vereniging Maerloo, [gedaagde 3] en [gedaagde 4], om dit vermogen te beheren en erover te beschikken.
3.4.
Op grond van artikel 4 lid 1 jo. artikel 8 lid 1 Brussel I bis-Verordening heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht om van dit geding kennis te nemen.
3.5.
IMV c.s. hebben allereerst betoogd dat de conclusie van antwoord buiten beschouwing dient te blijven omdat deze te laat is genomen, hetgeen in strijd is met een goede procesorde, en omdat mr. Winter in strijd met artikel 2.4 van het rolreglement niet heeft gezorgd voor gelijktijdige toezending van een kopie van de conclusie aan de raadsman van IMV c.s.. De rechtbank verwerpt dit betoog. Uit de dossierstukken blijkt dat de rolrechter mede als gevolg van fouten bij de griffie van de rechtbank een uitstel voor het nemen van een conclusie heeft toegestaan. De gedragingen van Maerloo c.s. zijn mede in het licht daarvan niet strijdig met de goede procesorde met het gevolg dat de conclusie van antwoord buiten beschouwing moet blijven. Het te laat toezenden van producties vormt voor de rechtbank evenmin aanleiding om de conclusie buiten beschouwing te laten.
3.6.
Van misbruik van omstandigheden is sprake, wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden. Niet weersproken is dat [verzoeker 4] tijdens haar verblijf bij de organisatie van Maerloo c.s. verkeerde in een staat van ‘undue influence’ en dat zij (Maerloo c.s.) misbruik hebben gemaakt van het geestelijk overwicht dat zij hadden door [verzoeker 4] ertoe te bewegen verklaringen te ondertekenen die ertoe strekten dat haar vermogen en de goederen van de Vennootschappen ter beschikking zouden komen van de organisatie. Deze rechtshandelingen zijn op grond van artikel 3:44 BW vernietigbaar terwijl het misbruik in beginsel onrechtmatig is jegens [verzoeker 4] en de Vennootschappen.
3.7.
De rechtbank oordeelt het aannemelijk dat de rechter in de hoofdprocedure deze rechtshandelingen nietig oordeelt wegens misbruik van omstandigheden en de gedragingen van Maerloo c.s. onrechtmatig. Dat Trust Company Maerloo niet mede is gedagvaard doet hier niet aan af nu, wat er van de gestelde trust ook zij, de buitengerechtelijke vernietigingsverklaring van 23 oktober 2018 moet geacht worden te zijn gericht aan allen die de geadresseerden stellen te vertegenwoordigen. Bovendien is de gestelde entiteit kennelijk slechts in het leven geroepen als een instrument om het vermogen van [verzoeker 4] moeilijk traceerbaar te maken en het terughalen daarvan te bemoeilijken. Nu niet weersproken is dat Maerloo c.s. in staat is om aan de vorderingen te voldoen en deze niet zijn weersproken, terwijl aan de wettelijke vereisten voor incidentele vorderingen is voldaan, zullen deze worden toegewezen.
3.8.
De rechtbank zal Maerloo c.s. veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 10.000,00 per gedaagde voor iedere dag dat Maerloo c.s. na ommekomst van een termijn van een week na betekening van dit vonnis niet aan de veroordelingen voldoet, met een maximum van € 1.000.000,00 per gedaagde.
3.9.
Maerloo c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding in het incident worden veroordeeld, aan de zijde van IMV c.s. tot heden begroot op € 543,00 aan salaris advocaat (1 punt tarief II).

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident:
4.1.
verbiedt Maerloo c.s. de Vennootschappen in en buiten rechte te vertegenwoordigen en met betrekking tot en/of namens de Vennootschappen (rechts)handelingen te verrichten en/of namens de Vennootschappen jegens derden als bevoegd vertegenwoordiger van de Vennootschappen op te treden;
4.2.
gebiedt Maerloo c.s. de volledige administratie en (financiële) boekhouding inclusief alle documenten en bescheiden waaronder correspondentie in de meest ruime zin van het woord, alle (digitale) gegevensdragers en toegangscodes, de fiscale-, bank- en vennootschapsdossiers waaronder het aandeelhoudersregister en overige documentatie behorende tot en/of eigendom van de Vennootschappen, ter hand te stellen althans te doen overdragen aan [verzoeker 3] waardoor hij in staat is zijn wettelijke taken te vervullen en de Vennootschappen te besturen, waaronder maar niet uitsluitend het voeren van de administratie, het doen van belastingaangiften en het opstellen en deponeren van de jaarrekeningen;
4.3.
verbiedt Maerloo c.s. het pand aan de Industrieweg 12 te Sint Philipsland te betreden en (rechts)handelingen te verrichten waardoor [verzoeker 3] de toegang tot het pand wordt belemmerd en/of wordt belemmerd ter zake van het pand beheer- en beschikkingsdaden te verrichten;
4.4.
gebiedt Maerloo c.s. de op 14 augustus 2018 van [verzoeker 4] afgenomen documenten, goederen en juwelen gezet met de zeer kostbare edelstenen en contante gelden (exact aantal dollarbiljetten van totaal USD 100.000,00 en USD 20.000,00 en NLG 2.500,00 in bundels), zoals door [verzoeker 4] verklaard, getekend en gespecificeerd in productie 33 bij dagvaarding, terug te geven aan [verzoeker 4];
4.5.
gebiedt Maerloo c.s. de op of na 14 augustus 2018 uit het pand Industrieweg 12 te Sint Philipsland als gespecificeerd in producties 34 en 36 bij dagvaarding voor zover deze uit voornoemd pand door Maerloo c.s. zijn verwijderd en/of afgevoerd, terug te (doen) leveren aan IMV c.s.;
4.6.
gebiedt Maerloo c.s. alle (toegang)sleutels in de meest ruimte zin waaronder (elektronische) toegangs- en alarmcodes van voornoemd pand aan [verzoeker 3] te verstrekken waardoor hij het pand onbelemmerd kan (doen) betreden en aldaar beheerhandelingen kan verrichten;
4.7.
veroordeelt Maerloo c.s. tot betaling van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere gedaagde en voor iedere dag dat Maerloo c.s. na ommekomst van een termijn van een week na betekening van dit vonnis niet aan de hiervoor genoemde hoofdveroordelingen voldoet, met een maximum van € 1.000.000,00 per gedaagde.
4.8.
veroordeelt Maerloo c.s. in de kosten van het geding, aan de zijde van IMV c.s. begroot op € 543,00 aan salaris;
4.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.10.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de hoofdzaak:
4.11.
verwijst de zaak naar de rol van 5 februari 2020 voor conclusie van repliek.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Graaf en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2019.