Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
nadere beschikking ondertoezichtstelling
[minderjarige 4] ,
[minderjarige 3] , voornoemd,
[belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2] ,
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
Het verdere procesverloop
De feiten
Het aangehouden verzoek
Het standpunt van de verzoeker
De standpunten van de belanghebbenden
De nadere beoordeling
uiterlijk twee weken vóór de in het dictum genoemde zittingsdatumeen opgave zal doen van de stand van zaken voor wat betreft de vorderingen in de ondertoezichtstelling, waaronder de vraag per wanneer een jeugdzorgwerker beschikbaar is of zal zijn. Indien in de komende periode nog steeds geen jeugdzorgwerker beschikbaar is, dan zal tevens door de GI gemotiveerd moeten worden aangetoond dat alternatieven (zoals een overdracht aan een andere GI) zijn onderzocht.
De beslissing
houdt de behandeling van het resterende deel van het verzoek aan tot woensdag
’s-Hertogenbosch.