In deze zaak heeft de kinderrechter op 19 augustus 2019 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam], geboren op [geboortedatum] te Tilburg. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat [voornaam] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders van [voornaam] zijn verwikkeld in een conflict, wat leidt tot een onveilige opvoedsituatie. De moeder steunt het verzoek, terwijl de vader zich niet verzet. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende bereid zijn om hulp te accepteren en dat er een gebrek aan communicatie en samenwerking is. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de ontwikkeling van [voornaam] ernstig wordt bedreigd.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen, maar de uitvoering is voorlopig beperkt tot drie maanden, omdat het onduidelijk is wanneer een jeugdzorgwerker beschikbaar zal zijn. De kinderrechter heeft de Gecertificeerde Instelling (GI) en de Raad opgedragen om voor een bepaalde datum schriftelijk te rapporteren over de voortgang van de ondertoezichtstelling. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.