In deze zaak hebben eisers, die sinds 2006 een bijstandsuitkering ontvangen, beroep ingesteld tegen de intrekking en terugvordering van hun bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Het college heeft op 9 oktober 2018 besloten de bijstand in te trekken op basis van de Participatiewet, omdat eisers hun inlichtingenplicht hebben geschonden door inkomsten uit de verkoop van goederen via Marktplaats niet te melden. Het college heeft vastgesteld dat eisers in de beoordelingsperiode van 29 maart 2006 tot en met 8 mei 2018 in totaal 2151 advertenties op Marktplaats hebben geplaatst, wat volgens het college wijst op op geld waardeerbare activiteiten in plaats van incidentele verkoop van privégoederen.
Eisers hebben aangevoerd dat zij niet wisten dat zij deze activiteiten moesten melden en dat de verkopen slechts een verschuiving van vermogen betroffen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eisers redelijkerwijs hadden moeten begrijpen dat hun activiteiten op Marktplaats van invloed konden zijn op hun recht op bijstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college terecht de bijstandsuitkering heeft ingetrokken en dat de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand ook gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en geen reden gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de verplichting van bijstandsontvangers om alle relevante feiten en omstandigheden te melden die van invloed kunnen zijn op hun recht op bijstand, en bevestigt de rechtsgeldigheid van de intrekking en terugvordering door het college.