Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
uw beleid ertoe [heeft] geleid dat de Vennootschap op grond van de Boetebesluiten alleen al€ 9.727.000,- moest afdragen aan de NMa en de Consumentenautoriteit. (…)’
‘Het betreft de mails die voor het bestuur en de administratie van EC relevant zijn. Daarin zit dus alles wat je nodig hebt. Het zal zichtbaar worden als je straks toegang hebt.’
(…);
(…)
e-mailcorrespondentie, met aanwijzing van DigiJuris als gerechtelijk bewaarder.
e-mailcorrespondentie die hij heeft gevoerd in de periode dat hij door de Ondernemingskamer was benoemd tot tijdelijk bestuurder van Energie Concurrent tot de administratie van Energie Concurrent behoort. Gelet op de reikwijdte van de administratieplicht als bedoeld in artikel 2:10 BW is niet vereist dat een bestuurder alle gegevens moeten bewaren. Voldoende is het bewaren van die gegevens waaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon blijken. Met de administratie die Energie Concurrent heeft ontvangen kunnen de bestuurders aan hun administratieplicht voldoen, hetgeen blijkt uit het feit dat Energie Concurrent sinds het vertrek van [gedaagde] en de overdracht van de administratie in staat is geweest om de jaarrekeningen 2014, 2015 en 2016 binnen een tijdsbestek van vier maanden (alsnog) vast te stellen. Energie Concurrent heeft niet onderbouwd waarom zij de e-mailcorrespondentie nodig heeft om aan haar administratieplicht te voldoen. Daarnaast geldt dat een belangrijk deel van de
e-mailcorrespondentie vertrouwelijke correspondentie is die [gedaagde] heeft gevoerd in zijn hoedanigheid van OK-bestuurder. [gedaagde] heeft als een door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder naast zijn rechten en verplichtingen als ‘gewone’ bestuurder in de zin van boek 2 BW ook andere taken en functies. Deze taken vloeien voort uit de aard van het zijn van OK-functionaris en de doeleinden van de enquêteprocedure. Uit de literatuur en jurisprudentie volgt dat de OK-bestuurder ook de taak heeft om als bemiddelaar de verhoudingen tussen partijen te herstellen en de mogelijkheid van een minnelijke regeling te onderzoeken. Bij de uitoefening van die taak is vertrouwelijkheid essentieel. Daarnaast moet hij als OK-bestuurder informeel en vertrouwelijk met andere OK-functionarissen kunnen overleggen. Er is dan ook onderscheid aan te brengen in de communicatie die [gedaagde] voerde in zijn hoedanigheid van ‘gewone’ bestuurder en zijn hoedanigheid van OK-bestuurder. [gedaagde] stelt dat Energie Concurrent geen enkel belang heeft bij afgifte van de beslagen e-mailcorrespondentie, laat staan een spoedeisend belang. [gedaagde] heeft het gefundeerde vermoeden dat Energie Concurrent bezig is met een zogenaamde
fishing expedition, en de onderhavige procedure misbruikt om materiaal te vergaren voor het instellen van een of meer vorderingen tegen [gedaagde] . [gedaagde] heeft als tijdelijk bestuurder een vaststellingsovereenkomst gesloten met Greenchoice, waarvan (het bestuur van) Energie Concurrent meent dat deze vaststellingsovereenkomst onder voor Energie Concurrent nadelige voorwaarden zou zijn gesloten. Energie Concurrent onderzoekt (kennelijk) of zij de beweerde nadelige gevolgen kan verhalen op [gedaagde] . Dit laatste blijkt met zoveel woorden uit de recent gepubliceerde jaarrekening van Energie Concurrent over 2014, aldus [gedaagde] .
e-mailcorrespondentie niet tot de administratie van Energie Concurrent behoort. [gedaagde] is gehouden de volledige administratie die hij ten behoeve van de rechtspersoon heeft gevoerd aan de Energie Concurrent over te dragen, ook wanneer die administratie meer bescheiden omvat dan waartoe hij op grond van zijn wettelijke administratieplicht gehouden was.
E-mailcorrespondentie die betrekking heeft op deze vertrouwelijke gesprekken behoren niet dat de administratie van de vennootschap. Datzelfde geldt voor de
e-mailcorrespondentie die specifiek betrekking heeft op zijn werkzaamheden als OK-functionaris, zoals de door hem gevoerde overleggen met andere door de Ondernemingskamer benoemde functionarissen. Gelet op zijn bijzondere positie komt aan [gedaagde] dan ook de bevoegdheid toe om een selectie te maken uit de door hem gevoerde correspondentie en te bepalen welke correspondentie wel en niet tot de administratie van Energie Concurrent behoort. De vraag of tot de door hem geselecteerde en niet overgedragen correspondentie e-mails behoren die geacht kunnen worden tot de administratie van Energie Concurrent te behoren, kan de voorzieningenrechter in dit stadium niet beantwoorden. Daarvoor is het verzoek van Energie Concurrent tot afgifte van de (digitale kopieën van) de
e-mailcorrespondentie te algemeen geformuleerd. Energie Concurrent vordert immers afgifte van alle e-mailcorrespondentie die [gedaagde] heeft verstuurd en/of ontvangen in de periode dat hij bestuurder van Energie Concurrent is geweest en waarin de bedrijfsnamen ‘Energie Concurrent’, ‘EC’, ‘Greenchoice’ en/of ‘Eneco’ voorkomen, alle e-mails die zijn verstuurd en/of ontvangen naar/van (voormalige) functionarissen van Greenchoice, (voormalige) functionarissen Eneco, de door de Ondernemingskamer benoemde beheerder van de aandelen en (medewerkers van) de voormalige advocaat van Energie Concurrent. Voor wat betreft dat laatste verzoek heeft bedoelde advocaat per brief aan partijen kenbaar gemaakt bezwaar te hebben tegen afgifte van e-mails tussen hem, zijn (voormalige) kantoorgenoten en [gedaagde] . Daarbij heeft hij onder meer aangegeven dat ten tijde van het bestuur door [gedaagde] de relatie met Greenchoice ernstig verstoord was en dat hetzelfde gold voor de aandeelhouders. Het beleid van [gedaagde] was primair gericht op de-escalatie en het vinden van (deel)oplossingen. De gespannen omstandigheden maakten dat betrokkenen, onder wie ook [namen oprichters] , daarbij geregeld hun pijlen op [gedaagde] als bestuurder van Energie Concurrent richtten. [gedaagde] had daarover veelvuldig overleg met zijn advocaat en zijn (voormalig) kantoorgenoten, welk overleg vertrouwelijk was. Deze e-mailcorrespondentie behoort niet tot de administratie van Energie Concurrent, aldus de advocaat.