Op 30 oktober 2019 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. B.J. Duinhof, een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige met een langdurige geschiedenis van trauma en gesloten plaatsingen. De kinderrechter heeft een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, met ingang van 4 november 2019 en tot 4 februari 2020. De zaak betreft de minderjarige, geboren in 2003, die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Stichting Intervence. De kinderrechter oordeelt dat de minderjarige, gezien zijn complexe problematiek en eerdere ervaringen in verschillende instellingen, een voortvarende behandeling in een gesloten setting nodig heeft. De kinderrechter benadrukt dat standaardoplossingen niet toereikend zijn en dat er gewerkt moet worden aan het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige, met een focus op het opbouwen van een vertrouwensband met een beperkt aantal hulpverleners.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige na meerdere incidenten in de voorziening Juvent aan de Maximastraat stabilisatie nodig heeft in een gesloten setting. De GI heeft aangegeven dat de minderjarige nu bijna vier weken in de gesloten setting De Vliethoeve verblijft, maar dat er nog geen behandelplan is opgesteld. De kinderrechter vindt dit onacceptabel en roept de GI op om een vlotte doorplaatsing naar een passende instelling te realiseren. De kinderrechter houdt de beslissing op het resterende deel van het verzoek aan tot een volgende zitting op 21 januari 2020, waarbij de GI een verslag van de huidige situatie moet inbrengen.
De kinderrechter heeft ook aandacht voor de emotionele toestand van de minderjarige en zijn teleurstelling over de beslissing. Hij verdient een compliment voor zijn gedrag tijdens de zitting, ondanks zijn boosheid en teleurstelling. De kinderrechter hoopt dat de minderjarige zijn best zal doen om zijn situatie te verbeteren en dat er snel een passende oplossing komt voor zijn hulpverlening.