In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 oktober 2019, werd het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg inzake de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) voor beschermd wonen beoordeeld. Eiser had zich gemeld bij het college vanwege problemen met zelfstandig wonen en had een pgb aangevraagd voor de periode van 1 maart 2018 tot en met 28 februari 2019. Het college had een maatwerkvoorziening toegekend volgens profiel GGZ 3C, maar eiser stelde dat het college de stappen in het onderzoek niet volledig had gevolgd, zoals uiteengezet door de Centrale Raad van Beroep (CRvB). De rechtbank constateerde dat het college onvoldoende had vastgesteld welke omvang van ondersteuning eiser daadwerkelijk nodig had, en dat het onderzoek niet voldeed aan de eisen van de Wmo 2015. De rechtbank oordeelde dat het college nader onderzoek moest verrichten om de begeleidingsbehoefte van eiser in uren vast te stellen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om zo spoedig mogelijk een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van eiser.