Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- Partijen blijven van mening verschillen of de transitie van het voormalig Postkantoor fiscale kwalificeert als een werkzaamheid in de zin van artikel 3.90 Wet Inkomstenbelasting 2001;
- Indien en voor zover de uitkomst van de procedure is dat de transitie van het voormalige Postkantoor kwalificeert als een werkzaamheid in de van artikel 3.90 Wet Inkomstenbelasting 2001, dan is het heffingsmoment 2011. Het eventuele heffingsmoment is derhalve niet in geschil.
3.Geschil
- En, wat is het gevolg voor de rendementsgrondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen?
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten en griffierecht
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar met uitzondering van de beslissing over de kostenvergoeding;
- vermindert de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 2.361.038, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 463.729 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 168.577, en vermindert de daarbij vastgestelde heffingsrente dienovereenkomstig;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: