Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Overwegingen
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 20 juni 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting die was opgelegd aan een belanghebbende, vertegenwoordigd door [Directeur]. De zaak betreft een parkeerboete die was opgelegd op 25 mei 2018, toen de belanghebbende zijn elektrische auto parkeerde in een betaald parkeerzone in Breda. De heffingsambtenaar had de naheffingsaanslag opgelegd omdat er geen geldig parkeerkaartje zichtbaar was en de auto niet was aangemeld voor GSM-parkeren. De belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag en stelde dat er geen parkeerbelasting verschuldigd was, omdat de auto geparkeerd stond op een plek met een oplaadpaal en een verkeersbord dat aangaf dat het alleen voor opladen van elektrische voertuigen was.
De rechtbank oordeelde dat het verkeersbord E04 in combinatie met het onderbord 'alleen voor opladen elektrische voertuigen' niet betekende dat er een vrijstelling van parkeerbelasting gold. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende op de hoogte was van de parkeerregels en dat hij een onderzoeksplicht had om te verifiëren of er parkeerbelasting verschuldigd was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de rechtmatigheid van de naheffingsaanslag. De uitspraak benadrukte dat de belanghebbende niet kon stellen dat de situatie onduidelijk was, gezien de duidelijke bebording ter plaatse.