Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
[naam]geen eigen website van [gedaagde] is komt daaraan naar het oordeel van de kantonrechter geen doorslaggevende betekenis toe. De woning werd volgens [eiser] op genoemde website als te huur aangeboden met vermelding van de contactgegevens van [gedaagde] . In dat opzicht vervulde de website
[naam]dezelfde functie als een eigen website, namelijk om woningzoekenden die geïnteresseerd waren in het huren van die woning naar zich toe te halen.
nietig(courtage)beding op grond van artikel 7:264 BW. [eiser] heeft de bemiddelingskosten derhalve onverschuldigd betaald op 16 oktober 2013. Op grond van artikel 3:309 BW verjaart een rechtsvordering uit onverschuldigde betaling vijf jaren nadat de schuldeiser zowel met het bestaan van de vordering als met het bestaan van de ontvanger bekend is geworden. Met “bekendheid” wordt bedoeld subjectieve bekendheid: de benadeelde moet daadwerkelijk in staat zijn om een rechtsvordering in te stellen tot vergoeding van zijn schade. Bekendheid met de juridische situatie is daarbij niet relevant. Gelet op het vorenstaand kan geconcludeerd worden dat [eiser] de rechtsvordering tot terugbetaling uit hoofde van onverschuldigde betaling in ieder geval binnen vijf jaar na betaling van het bedrag heeft ingesteld, nu de dagvaarding dateert van 22 februari 2018.