Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 7 juni 2019 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [naam woonplaats 1] , eiseres (gemachtigde: [naam gemachtigde 1] ),
De vennootschap ‘ [naam vennootschap] ’, te [naam woonplaats 1] , eiseres (gemachtigde:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, verweerder.
[naam minicamping 1]’, te [naam woonplaats 2] ;
[naam minicamping 2]’, te [naam woonplaats 3] ;
[naam minicamping 3]’, te [naam woonplaats 2] ;
[naam minicamping 4]’, te [naam woonplaats 2] ;
[naam minicamping 5]’, te [naam woonplaats 4] ;
[naam minicamping 6]’, te [naam woonplaats 3] ; en
[naam minicamping 7]’, te [naam woonplaats 2] .
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder binnen twaalf weken, te rekenen vanaf de dag waarop deze uitspraak aan partijen wordt verzonden, a. nogmaals op het bezwaar tegen het bestreden besluit moet beslissen; en b. de beslissing op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend moet maken;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht, groot € 345, aan eiseressen te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseressen, tot een bedrag van € 1024,-.