ECLI:NL:RBZWB:2019:1590
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over de totstandkoming van een overeenkomst en de informatieplicht van de garagehouder bij gebruik van een parkeergarage
In deze zaak vordert eiseres, een exploitant van parkeeraccommodaties, betaling van een bedrag van € 396,75 van gedaagde, die gebruik heeft gemaakt van haar parkeergarage. Eiseres stelt dat er een overeenkomst tot stand is gekomen op het moment dat gedaagde de garage binnenreed, waarbij de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Gedaagde heeft de garage verlaten door 'treintje te rijden', wat volgens eiseres leidt tot een boete en bijkomende kosten. Gedaagde voert verweer en stelt dat de algemene voorwaarden pas na het inrijden van de garage beschikbaar zijn, waardoor hij niet op de hoogte was van de voorwaarden en de hoogte van de boete. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet heeft weersproken dat hij gebruik heeft gemaakt van de parkeergarage en dat de algemene voorwaarden voldoende toegankelijk waren. De kantonrechter concludeert dat de gevorderde schadevergoeding van € 360,00 redelijk is, gezien de omstandigheden van de zaak. Daarnaast wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.