Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
De inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat het beroep niet-ontvankelijk is, vanwege te late indiening daarvan. In zijn beroepschrift heeft belanghebbende zich op het standpunt gesteld dat hij pas recent kennis heeft genomen van de bestreden uitspraak en dat het aan de inspecteur is het bewijs te leveren dat deze uitspraak rond 6 maart 2017 naar het juiste adres is verzonden. De inspecteur heeft daarop in zijn verweerschrift de blote stelling ingenomen dat de uitspraak op 6 maart 2017 naar het juiste adres van de gemachtigde van belanghebbende is verzonden. De inspecteur heeft geen bewijs van verzending van de uitspraak op die datum naar dat adres overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;