Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
‘Ami Ami je moet hem schieten’. Hij zei dit wel een paar keer. [7] [naam 4] , medewerker van het café, heeft verklaard dat hij zag dat er buiten gevochten werd, dat ze (de rechtbank begrijpt: verdachte en het slachtoffer) een woordenwisseling hadden. Hij zag dat verdachte de deur open deed en naar binnen riep: ‘
Ami, schiet schiet’. [8] Nadat verdachte dit geroepen had, bleef hij vechten met het latere slachtoffer. Dit speelde zich af rond de toegangsdeur van het café. [naam 4] zag dat [medeverdachte 1] naar de toegangsdeur rende. Toen [medeverdachte 1] bij de toegangsdeur aangekomen was trok hij een wapen. Dat was een zwart pistool. [medeverdachte 1] hield het wapen in zijn rechterhand. [9] Op een gegeven moment hoorde [naam 4] een schot. Volgens [naam 4] was er niemand geraakt, omdat ze (de rechtbank begrijpt: verdachte en het slachtoffer) bleven vechten. [medeverdachte 1] bleef tijdens het gevecht rond de vechtende personen staan. Al vechtend zijn het slachtoffer en verdachte binnengekomen en zijn tot achter de bar geraakt. [naam 4] heeft getracht het slachtoffer en verdachte uit elkaar te halen. [medeverdachte 1] stond er ook bij. Toen hoorde [naam 4] vier à vijf schoten. Hij zag dat [medeverdachte 1] schoot met het pistool dat [naam 4] al eerder bij hem had gezien. [naam 4] zag dat [medeverdachte 1] gericht schoot in de richting van het slachtoffer. [10] [naam 4] heeft verder verklaard dat het schieten gericht was op de buik van het slachtoffer van erg dichtbij. Er zat volgens [naam 4] misschien twintig centimeter tussen het wapen en het lichaam van het slachtoffer. [11]
Voorgeschiedenis relatie slachtoffer en medeverdachte [verdachte]
of omstreeks03 maart 2017 te Oostburg, gemeente Sluis,
of meerander
en,
althans alleen,
hebbenberoofd, door met een vuurwapen
een ofmeermalen in en/
ofdoor
en/of ophet lichaam van die [slachtoffer] te schieten;
of omstreeks03 maart 2017 te Oostburg, gemeente Sluis, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een wapen van categorie
II en/ofIII, en/
ofmunitie van categorie III, voorhanden heeft gehad.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 1 primair ten laste gelegde feit;
medeplegen van doodslag;
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
een gevangenisstraf van 6 (zes) jaar;
Maatregel
terbeschikkingstellingvan verdachte,
met verplegingvan overheidswege;