ECLI:NL:RBZWB:2018:774
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen niet-ontvankelijk verklaring van bestuurlijke boete wegens termijnoverschrijding
Op 8 februari 2018 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. C.N. van der Sluis, beroep heeft ingesteld tegen een besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit besluit verklaarde de bezwaren van eiseres tegen een bestuurlijke boete niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn is aangevangen op 26 maart 2015, na de verzending van het primaire besluit op 25 maart 2015. Eiseres stelde dat zij pas op 24 oktober 2016 op de hoogte was van het primaire besluit, maar de rechtbank oordeelde dat de minister voldoende aannemelijk had gemaakt dat het besluit op de juiste wijze was verzonden. De rechtbank concludeerde dat het bezwaarschrift, dat op 27 oktober 2016 was ingediend, buiten de wettelijke termijn was ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een verschoonbare termijnoverschrijding rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.